Kokerrok met diverse florale motieven

Kokerlrok met kepala (hoofd), bestaande uit papan (banen over de breedte, met o.a. celuki-motief: anjer) en tumpal (rij driehoeken tegenover elkaar), met lichtrood, lichtblauw en zwart op crème gebatikt. De badan ('lichaam') is gebatikt in semèn volgens de verzamelaar, met grote abstracte motieven op een achtergrond van ukel (kleine ranken). Het semèn-motief is een geheel aan symbolische motieven die verwijzen naar de betekenis van het woord: 'ontspruiten', of 'groeien'. Dit motief bevat zoveel symboliek dat het zowel staat voor vruchtbaarheid, als voor het Javaanse geloof in een kosmische orde (McCabe Elliot, 1984). De sarung is nu open, hoort normaliter aaneen genaaid te zijn tot een koker. Sinds de afschaffing van de slavernij in 1860 worden sarungs beschouwd als minder formele alternatieven van de kain panjang. Volgens Veldhuisen werd dit type sarung, met een complete kepala aan een zijde van de doek, gedragen door vrouwen die zich van slaven (zij droegen sarungs met een complete kepala in het midden) wilde onderscheiden (van Hout, 2001). Deze doek is volgens de verzamelaar gemaakt voor alle culturele groepen.