Lange overjas voor mannen

Een knielange jas met lange mouwen gemaakt van een middenblauwe katoen versierd met machinaal bedrukte katoen. De voering is versierd met rijen kleine gestileerde paarse, rode en groene bladeren op een witte ondergrond. De mouwen zijn open vanaf de ellebogen. De oksels zijn open voor meer bewegingsruimte. De jas is licht getailleerd. De kraag is 'Italiaans gequilt' met een geometrisch dessin. Het grootste gedeelte van de jas is verder versierd met geperste vouwen in twee geometrische patronen (zie schema). Volgens Dr. C.J. Wills, genoteerd in 1883, waren deze lijnen, al dan niet doorgestikt, niet ongebruikelijk op kledingstukken: Perzen weten hoe ze moeten persen, en het vak van strijk(st)er wordt veel uitgeoefend. De gewaden van het gewone volk zijn versierd met parallelle lijnen, door middel van een soort strijkijzer. Het kledingstuk wordt op een grote 'kruik' van klei gelegd, en, terwijl hij deze tussen zijn knieën houdt, perst de strijk(st)er ('utu-kesh') het patroon op het nieuwe kledingstuk van zijde of katoen. Dezelfde middelen worden gebruikt om de 'stof' voor het quilten te markeren, die zeer in de mode zijn (Wills 1883:333) Wat 503-262 betreft, de lijnen werden aangebracht nadat de patroondelen waren uitgeknipt, maar voordat ze aan elkaar werd genaaid. Waarschijnlijk gingen deze vouwen er in de was uit. (GVE, 2002)