Bovenaan Anno den 6 Mey 1790, Maria Bon. Op de middenas een monstrans met twee kaarsen, het wapen van Amsterdam, de Nederlandse maagd in de Hollandse tuin. aan weerszijde een mand met bloemen, een...
Bovenaan Anno den 6 Mey 1790, Maria Bon. Op de middenas een monstrans met twee kaarsen, het wapen van Amsterdam, de Nederlandse maagd in de Hollandse tuin. aan weerszijde een mand met bloemen, een torenachtig gebouw met vlag en daaronder initialen ACCVB en GCPVB. Boven en aan de zijkanten een slingerrand met eikels, onder een groene open zoom. Geborduurd met zijde op grof kanvaslinnen. Bovenaan Anno den 6 Mey 1790, Maria Bon. Daaronder een slingerrand met bloemen. Daaronder motieven, symmetrisch. Op de middenas een monstrans met twee kaarsen, het wapen van Amsterdam, de Nederlandse maagd in de Hollandse tuin. aan weerszijde een mand met bloemen, een torenachtig gebouw met vlag en daaronder initialen ACCVB en GCPVB, de verspieders met de druiventros, een bloemenboom, en niet symmetrisch een hert en een pauw, een mand met fruit en een mand met bloemen. In de linker en rechter bovenhoeken een rechthoekige versiering. Boven en aan de zijkanten een slingerrand met eikels, onder een groene open zoom Het Zuiderzeemuseum heeft bijna driehonderd merklappen. Enkele daarvan zijn 17de-eeuws, een groot aantal 18de- en de rest is 19de-eeuws. Merklappen werden gemaakt door meisjes tussen de zes en twaalf jaar. Dat deden ze niet uit tijdverdrijf, maar uit pure noodzaak. Alle textiel werd tot laat in de 19de eeuw thuis genaaid, versierd, gemerkt en versteld. Op merklappen werden de benodigde technieken daarvoor geoefend. Het borduren van het alfabet had ook tot doel de meisjes te leren lezen. Ze leerden Gotische letters omdat de bijbel in dit schrift was gedrukt. Een merklap is dus geen volkskunst, maar een leermiddel.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie