Lichtbruine (goudoker) jas van vrij stijf (recht) model; lange, nauwe mouwen die bovenaan iets wijder zijn, met om de pols een geplooid strookje en split met haak- en-oogsluiting. De gehele...
Lichtbruine (goudoker) jas van vrij stijf (recht) model; lange, nauwe mouwen die bovenaan iets wijder zijn, met om de pols een geplooid strookje en split met haak- en-oogsluiting. De gehele voornaad van de japon (die boven de buste iets ruimer is, met plooitjes) is versierd met een verticale rij van 46 platte knoopjes (met dezelfde stof overtrokken) van boven tot onder, aan de ene kant van een ingenaaid, dik koord, waarvan de windingen door de stof heen zichtbaar zijn; van deze naad is allen de bovenste helft open, en kan met haken en ogen worden gesloten. De japon is onderaan versierd met twee horizontale, geplooide stroken van dezelfde stof (met ingenaaid koordje aan de bovenranden). Midden op de rug is een ceintuur (zelfde stof) vastgenaaid de beide losse uiteinden worden voorlangs omgeslagen en middenvoor met haken en ogen vastgemaakt. De zijde van de rug is allen boven en onder het vastgenaaide gedeelte van de ceintuur gerimpeld. Voering van roodviolette zijde alleen in het bovenstuk. Het lijfje heeft onderaan een ingenaaide linnen band van 1,5cm breed met twee losse stukken (53cm) om de taille vast te strikken. Vanaf de schouder een binnenmouw, gepoft, van gesteven katoenen gaas. Los hierbij: een halfronde (of niervormige) kraag van dezelfde stof, versierd met een geplooide strook langs (op) de rand, en aldaar ingenaaide koorden. Aan de beide uiteinden een groengeel met bruin lint voor de bevestiging om de hals. De kraag is gevoerd. Gewatteerde, smalle ceintuur wordt bewaard in dezelfde doos maar hoort mogelijk niet bij de redingote.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie