De kinderkap die het meisje tot aan haar 18e jaar draagt en de jongen tot aan zijn 7e jaar, bestaat in volgorde, van onderen af uit de volgende onderdelen: a - de onderhul; b - de blinker; c - de...
De kinderkap die het meisje tot aan haar 18e jaar draagt en de jongen tot aan zijn 7e jaar, bestaat in volgorde, van onderen af uit de volgende onderdelen: a - de onderhul; b - de blinker; c - de hullekap; d - de orenkap met keelband; e - de (boven) muts met keelband. De uitwendige vorm van de onderhul is dezelfde als die van de hullekap, nl. een driehoekig doekje. De stof is hier echter dubbel genomen. Het middendeel van de lange zijde is over een afstand van ongeveer 14 cm. "overstoken" met festonsteken met zwarte zijde. Echt ouderwets is het wanneer daaronder ook nog een reeks kettingsteken te zien zijn. Het onderhulletje wordt aangelegd met de zwart overstoken rand even boven de wenkbrouwen. Driehoekig doekje, dubbelgenomen witte katoen, het middendeel van de voorrand met zwarte zijde overstoken met festonsteken, twee wit katoenen keperbanden vastgezet.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie