Oorhangers

Gouden oorhangers afkomstig van de Taminbar-eilanden. Deze eilanden behoren tot de westelijke Zuidoost Molukken. Dit type oorring, heet "lelbutir" op Tanimbar, en "lora-lora" op de nabijgelegen Babareilandengroep. Het heeft een hoefijzervorm, waar vaak een strookje rode textiel aan is vastgeknoopt. De uitsteeksel aan dit model worden "erupties" genoemd (Tanimbar) of "armen" en "benen" (Babar). Tot aan de jaren veertig van de vorige eeuw, werden deze oorringen uitgevoerd in legeringen van goud en zilver, bij hoge uitzondering werden er geheel gouden exemplaren gemaakt. Hiervoor werden gouden dukaten of sovereigns omgesmolten. Voor het verkrijgen van zilver werden Hollandse munten, dubbeltjes, kwartjes, gulden en rijksdaalders omgesmolten. Dergelijke sieraden werden niet gesmeed, maar gegoten. Dit werd gedaan door eerst een positief te modelleren, van een uit zee afkomstige stof, vermoedelijk amber. Op andere eilanden werd hiervoor bijenwas gebruikt. Om dit model heen, werd een hittebestendige mal van klei (of gips) gemaakt. Wanneer zo'n mal verhit wordt, smelt het binnenmodel weg, en laat dan een holte in de gebakken klei of gips achter. Deze holte wordt volgegoten met vloeibaar heet metaal. Na afkoeling wordt de mal weggekapt, en komt het sieraad te voorschijn, als exacte kopie van het geboetseerde model.