Paar sandalen

 

Een paar strosandalen met aan de neus twee strengen omwonden met blauw papier ter decoratie. Tot aan de introductie van Westers schoenen was het meestgebruikte schoeisel gemaakt van stro en werd...

Objectnummer
RV-1-4172
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1800-1829
Herkomst
Korea

Een paar strosandalen met aan de neus twee strengen omwonden met blauw papier ter decoratie. Tot aan de introductie van Westers schoenen was het meestgebruikte schoeisel gemaakt van stro en werd daarom toepasselijk 'chipshin' (stroschoen) genoemd, een open sandaal met gedraaide stukken stro bij hiel en voorvoet en met een zool van dichtgevlochten stro. De bovenkant van de sandaal bestaat uit een lengte strotouw dat rond de enkel en over de voorvoet loopt. Het is verbonden met de zool door een aantal korte verticale stukjes gedraaid stro die aan beide zijden de voorvoet inbinden. De teen blijft meestal open. Strosandalen werden door alle lagen van de bevolking gedragen, maar mensen van stand konden ook een luxere versie kiezen, namelijk de hennepsandaal die 'mit'uri', ook wel 'mahye' (Chinese karakters) of 'samhye' (puur Koreaans) genoemd wordt. De constructie is min of meer gelijk aan die van de strosandaal, maar de verticale stukjes gedraaid touw bij de voorvoet worden vervangen door hennep. Het zachtere materiaal en de dunnere koordjes die de voet op zijn plaats houden zorgen voor meer draagcomfort. Strosandalen hebben ongeveer 20-30 verticale strengen aan elke kant van de voet, maar bij hennepsandalen kan dit aantal oplopen tot 50-60. Hierdoor werden deze laatsten natuurlijk duurder en waren vooral bedoeld voor mensen met voldoende geld. A pair of straw sandals with two strands covered in blue paper at the nose of the sandal. Until the arrival of Western-style shoes, the most commonly used type of footwear was made of straw and appropriately named ‘chipshin’ (straw shoe). It is an open sandal with twisted strands of straw at the heel and a woven straw sole. A piece of straw rope runs in a loop around the ankle and along the top of the foot and is connected to the sole by a number of short, vertical strands at the front of the sandal on both sides of the foot, so as to keep it in place. The toe is usually left open. Although straw sandals were worn by all strata of society, those in better standing could opt for a more luxurious version, namely the mit'uri, also called ‘mahye’ (Chinese characters) or ‘samshin’ (pure Korean), meaning ‘hemp sandal’. The general construction was similar to that of straw sandals, but the vertical strands at the front of the foot were replaced with thin cords made of hemp. The softer material, combined with thinner and softer cords to keep the foot in place, made for a more comfortable sandal. While straw sandals would usually have about 20 to 30 vertical strands of straw on each side of the foot, hemp sandals could have as many as fifty or sixty. Needless to say, the latter were more expensive and mainly used by those with money to spend.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie