Priester-bef

Witte priester-bef behorende bij de zwarte priester-anorak 5961-4a. De Groenlandse priesters dragen tijdens de kerkdienst, wanneer zij die in de kerk houden, een zwarte anorak met witte gewijde bef. Zo'n bef wordt verstrekt door het Bisschops kantoor aan een in het priesterambt ingewijde Groenlandse priester. De zwarte kleur van de anorak is exclusief voorbehouden voor religiueze doeleinden. Zwarte anorakken werden rond 1920 geïntroduceerd door priester-studenten aan het seminarium in Nuuk, Groenland's hoofdstad.Toen droegen oudere mannen (vaak jagers) in West-Groenland zwarte fluwelen anorakken op zondag. Hierin was ontegenzeggelijk Deense invloed zichtbaar; deed denken aan de zwarte colberts van de Denen die in die tijd in de mode waren. De piester-studenten konden zich dit kledingstuk echter niet veroorloven. Zij begonnen van gewonen katoen zwarte anorakken te dragen als teken van religiositeit. Gaandeweg ontwikkelde de zwarte anorak zich als officiële priesterdracht. Een gewijde, witte bef complementeert het geheel. Zo'n zwarte anorak doet sterk denken aan de witte feest-anorakken met opgenaaide zakken, voor een mannen en jongens. Een witte anorak is onderdeel van de feestdracht voor jongens en mannen. Deze wordt gecombineerd met een zwarte lange broek en zwarte korte feestlaarzen van zeehondenleer. Tegenwoordig ziet men ook wel Europese gepoetste schoenen in de kleur zwart. Jongens en mannen dragen dergelijk feestkleding tijdens hoogtijdagen, soms in de kerk, op verjaardagen en op Groenland's Nationale Feestdag, op 21 juni. Deze dracht wordt dan ook het nationale kostuum genoemd.Witte priester-bef behorende bij priester-anorak 5961-4a.