De Quechquemitl is op het heupweefgetouw geweven van met de hand gesponnen wol en over de gehele oppervlakte geborduurd. Aan de randen zijn de franjes tot driehoekjes geknoopt, de laatste stukjes...
De Quechquemitl is op het heupweefgetouw geweven van met de hand gesponnen wol en over de gehele oppervlakte geborduurd. Aan de randen zijn de franjes tot driehoekjes geknoopt, de laatste stukjes los-hangend of tot koordjes met kwastjes verwerkt. De motieven bestaan uit gestileerde dieren- en plantenmotieven en daaromheen randen van "Xonequilli" of "blauwe worm" (zie Cordry en Cordry, p. 177), een liggende S. Een groot motief is geborduurd van onderaan de hoeken naar de halsopening. Daar de quechquemitl met de punten op borst en rug wordt gedragen is dit motief centraal. Hoort bij nr. 4880-315. De maakster is Julia, de zuster van Celedoño. Zie ook nr. 4880-216.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie