Japon van lichtblauw satijn, bestaande uit overkleed en rok. Overkleed met Pli Watteau. In het lijfje A behoort plastron gedragen te worden, dat niet aanwezig is (hiervoor copie met lila...
Japon van lichtblauw satijn, bestaande uit overkleed en rok. Overkleed met Pli Watteau. In het lijfje A behoort plastron gedragen te worden, dat niet aanwezig is (hiervoor copie met lila strikken). Om de halsuitsnijding doorlopend langs de voorranden tot aan de onderzoom (lang tot op de voeten) ruche van de stof, afgezet met een smal wit galonnetje. Langs de hals ruche van machinaal kant (later opgezet).Halve mouwen met uitwaaierende engageantes (hierin behoren kanten engageantes gedragen te worden). Binnenlijfje met rijgsluiting van ongebleekt linnen. Sleep met een belegstrook langs de onderrand van blauw glanzend linnen.Hierbij een rok in dezelfde stof, rondom in plooien in de blauwzijden tailleband gezet; 2 splitten. Van voren ruche langs onderrand, wat hoger brede in stolpplooien vastgezette ruche, alles afgezet met zelfde wit galonnetje als op het overkleed. Belegstrook langs de onderrand van blauw glanzend linnen.
Overkleed en rok, ca. 1770-1775. Satijn, zijde, lichtblauw. Passementerie van zijde. Stofbreedte: 52 cm, hoogte overkleed: 168 cm; rok: 94 cm.
Robe à la française, overkleed met rok, satijn, zijden passement, Nederland ca. 1770.
Robe à la française, bestaande uit overkleed en rok van lichtblauw zijdesatijn, oorspronkelijk gedragen met borstlap. De japon is op enkele kleine reparaties en verkleedsporen na vrijwel onvermaakt. Opmerkelijk is dat er moderne haken aan de rok zijn toegevoegd waardoor de zaksplitten te ver naar achteren komen te zitten. Onduidelijk is of dit in het Kostuummuseum is gebeurd of eerder. Van een oude haak zijn geen zichtbare sporen, mogelijk heeft er een bandje gezeten. De achterkant van de rok is breder dan de voorkant, mogelijk omdat de haak op de verkeerde plaats is gezet. De achtersplit van het overkleed is dichtgenaaid, vermoedelijk voor verkleden. Dit is netjes gebeurd, maar veel te strak gedaan, waardoor de onderrok ook strakker gemaakt moest worden. Ook klopt dit niet met het formaat van de armen - een draagster met het smalle postuur dat nu in de japon past, zal niet snel zulke grote armen hebben. Mogelijk wist men niet dat zo'n rugsluiting niet helemaal dicht hoeft. Opvallend is overigens dat er geen transpiratieplekken van de verkleedpartij in het overkleed aanwezig zijn. De pli-Watteau is niet vreselijk breed. Onder de pli-Watteau zit een smal plooitje met onduidelijke functie, mogelijk om meer wijdte te maken. Van een voering zijn geen sporen aanwezig. Hoewel een voering wel in de verwachting ligt, is het mogelijk dat er nooit een voering in de japon gezeten heeft. De stof is niet gebrocheerd o.i.d. waardoor er geen voering nodig was om beschadigingen te voorkomen. Opvallend is ook de sleeprand van glanslinnen onderaan, dit zie je zelden.
Robe à la française bestaande uit een overkleed en een rok van lichtblauw zijden satijn. Het openvallende lijf heeft 2 lange voorpanden die doorlopen in het rokgedeelte, en die in het bovenste gedeelte twee platte, vastgenaaide plooien. De rug heeft een hoekige halsopening, en bestaat uit twee delen, die dubbele brede stolpplooien vormen. Het overkleed is van de hals tot de zoom langs de randen gedecoreerd met passementerie met van de japonstof in de vorm van stijve regelmatige stolpplooien. Zowel het passementerie als de extra ruche, ook van de japonstof, zijn afgezet met wit galon. Het lijfje heeft een binnenlijf van ongebleekt linnen, welke middenvoor sluit met een rijgkoord en nestelgaatjes, verstevigd met baleinen. Het binnenlijf kan passend gemaakt worden met een rijgkoord middenachter. De korte mouwen bestaan uit één stuk, en zijn met plooitjes aan de schouder gezet. De naad loopt vanuit de oksel langs de binnenzijde van de arm. De mouwen zijn aan de rondgeknipt en voorzien van dubbele, met stolpplooien aangezette engageantes, die aan de voorzijde korter zijn dan aan de achterzijde van de arm. Het rokgedeelte van het overkleed is aan het lijf geknipt, en loopt uit in een sleepje. In de taille, aan de rugzijde zijn enkele plooien, waarin ook de zakopeningen zijn verwerkt. De rok is van voren glad aan de tailleband gezet, en verder met kleine, regematige plooien aangezet. De zijsplitten sluiten middels haken en ogen (modern?). De voorzijde van de rok heeft een falbala, langs de bovenrand weer versierd met een extra ruche. Langs de zoom van de rok een passementerie van de japonstof, afgezet met hetzelfde witte galon als het overkleed. Zowel het overkleed als de rok zijn niet gevoerd, maar wel voorzien van een beleg van glanzend blauw linnen. Het lijf is voorzien van een binnenlijf, maar heeft geen voering.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie