Robe à la française, bestaande uit overkleed en rok, crèmekleurig zijden damast met ingeweven medaillonvormige ranken en gebrocheerde veelkleurige bloemen. Japon is in vrijwel onvermaakte staat,...
Robe à la française, bestaande uit overkleed en rok, crèmekleurig zijden damast met ingeweven medaillonvormige ranken en gebrocheerde veelkleurige bloemen. Japon is in vrijwel onvermaakte staat, voor verkleden zijn lichte, omkeerbare aanpassingen gedaan. Mogelijk is er meerdere keren in verkleed. Japon heeft enkele 'ouderwetse' elementen volgens Franse standaarden, dan wel Hollandse vindingen. Overjapon heeft een late, smalle pli-Watteau, zoals deze in Nederland doorgedragen werd. De voering loopt extra hoog door in de pli-Watteau, meestal loopt deze tot net boven de taille. Opvallend is dat de japon nog wel compères heeft, dit hadden veel japonnen uit dezelfde periode niet meer. De verticale plooi, die doorgaans vanaf de schouders naar beneden loopt, begint hier pas in de rok. Opvallend zijn lus/bandje achterop de rok. Bandje lijkt een gevingerhaakt koordje, zoals ook onder damasten rokken en streekdrachtrokken zit, maar doorgaans niet op 'chique' kleding. Waarschijnlijk werden hier een châtelaine en een tasje aangehangen. Er is zowel een lus als een 'knoopsgat' aanwezig, dus aan de binnenzijde kan ook iets gehangen worden. De haken en trensjes in het lijfje zijn een negentiende-eeuwse aanvulling voor verkleeddoeleinden, vermoedelijk omdat de verkleder niet in de japon paste. Ook in de rok zijn een extra haak en oog aangebracht, wat aangeeft dat deze versmald is. Het haakje in de 'goede' zij is vervangen.
Robe à la française, bestaande uit een overkleed en rok, van crème met takjes gebrocheerde zijde, met eveneens gebrocheerde veelkleurige bloemtakken in roze, bruin, groen, geel, wit en blauw. De japon heeft een ronde halsopening voor en een hoekige halsopening achter. Het lijfje heeft twee langere panden in het midden, die in een afgeknotte punt uitlopen. Zij zijn langer dan de zijpanden, en sluiten middenvoor met een rijgkoord en nestelgaatjes, verborgen onder een overlapping die met 11 haken en lusjes sluit.Het voorpand is over de gehele lengte verstevigd met 2 verticale baleinen langs de sluiting. Het rugpand wordt gevormd door een plis Watteau, die tegelijkertijd een sleepje vormt. De mouwen, aan de losse schouderstukken gezet, zijn naar de vorm van de arm geknipt, en reiken tot iets over de elleboog. De mouwen bestaan uit één deel, de naad loopt vanuit de oksel in de binnenarm. Geen sluiting. Het rokgedeelte van het overkleed is aan de voorzijde glad aan het lijf gezet, en heeft een brede platte plooi aan weerszijde (deze plooi loopt niet door in het lijfje van het overkleed). Aan beide zijkanten heeft het rokgedeelte veel extra stof, die in 10 platte plooien is samengenomen op de heup. Hierin zijn ook de zalopeningen verborgen. De rok sluit aan beide zijden met een haak en oog. Het lijfje is gevoerd met linnen, en heeft een rijgkoord in het midden van de rug. Zowel het rokgedeelte van het overkleed als de rok zijn geheel gevoerd met linnen met een ingeweven blauw ruitje.
Robe à la française, overkleed met rok, zijden damast met ingeweven medaillonvormige ranken en gebrocheerde veelkleurige bloemen.
Japon met Watteauplooi van crèmekleurige zijde met kleine kleurige boeketjes. Voering blauw geruit. Gladde mouwen tot halverwege de onderarm. Lint om de hals nieuw.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie