Robe à l'anglaise

Robe à l'anglaise, bestaande uit een overkleed en een tablier, van blauwe zijde met gelanceerde ranken in wit en gebrocheerde bloemen in de kleuren geel, oudroze, rose en beige bruin. Vierkant halsuitsnijding, 3/4 mouw "en eventail", lange wijde rok. Tablier van dezelfde stof, middenvoor glad en aan de zijkanten geplooid.

Robe à l'anglaise, overkleed en tablier gelanceerde en gebrocheerde zijde, Frankrijk?/Nederland ca.1765. (IM)

Robe à l'anglaise met ingevouwen rug, bestaande uit overkleed en tablier van blauwe zijde met gelanceerde witte ranken en gebrocheerde bloemen. Vermaaksporen: De japon is iets breder gemaakt, vermoedelijk door gewichtstoename van de draagster of omdat de japon doorgedragen werd door een vrouw met een grotere maat dan de oorspronkelijke draagster. Met een dergelijke vermaking is rekening gehouden bij het maken van de japon. In de rug is een vouw verwijderd. Onder de mouw is een driehoekig stuk stof ingezet. De linnen voering is vervangen. Het zwarte bandje op het tablier is waarschijnlijk niet origineel. Opvallend is dat de compères niet verlengd zijn, terwijl dit wel had gekund. De voering van het overkleed is verwijderd, dit is zichtbaar in de plooien. Waarschijnlijk heeft de voering ook in het tablier gezeten; het garen waarmee onderaan band is vastgemaakt is hetzelfde als in de japon. Vanwege de kwetsbaarheid werd gebrocheerde zijde meestal niet ongevoerd gedragen.

Robe à l'anglaise, robe ajustée, bestaande uit een overkleed en een tablier, van blauwe tafzijde met ingeweven witte ranken en gebrocheerde bloemen in roze, geel, grijs en bruin. Overkleed heeft een vierkante halsopening aan de voorzijde, en aan de achterzijde. De voorzijde van het lijf bestaat uit twee smalle voorpandjes, die middenvoor sluiten met 9 haakjes en ogen, verborgen onder een smalle overlap. De zijpanden, die tot onder de oksel doorlopen, en het rokgedeelte zijn vanaf de schouder in een platte plooi omgevouwen en vastgezet. Vanaf de tai;le verbreedt deze plooi tot aan de zoom van het overkleed. De rug bestaat uit twee delen, die samen in vier smalle gelijke pandjes zijn gevouwen en zijn vastgezet. De vier smalle pandjes versmallen tot een punt middenachter, en lopen door in het rokgedeelte van het overkleed: de rok is deels aangeknipt. De mouwen bestaan uit één deel, en zijn rondgeknipt. De mouwen reiken tot boven de elleboog, en zijn glad aan het lijf gezet. De naad loopt vanuit de oksel langs de binnenkant van de arm. De mouwen afgewerkt met mouwstroken: de binnenste is maanvormig, de buitenste sluit geheel rond de mouw met stolpplooitjes. Het openvallende rokgedeelte is met kleine plooitjes aan het lijf gerimpeld, en heeft aan weerzijden zakopeningen die redelijk ver naar achteren zijn geplaatst. Het tablier bestaat uit twee delen, en heeft een naad middenvoor. De stof is middenvoor glad aan de donkerblauwe tailleband gezet, en opzij met kleine regelmatige plooitjes aangezet. Het tablier sluit met linnen strikbanden. De mouwen zijn gevoerd met ongebleekt linnen, terwijl het lijfje is gevoerd met wit linnen met ingeweven donkerblauwe streepjes. Het rokgedeelte en het tablier zijn ongevoerd.