Rok

De bovenste rok is vervaardigd van zwart tibee, een ragfijn wollen keperweefsel van het allerfijnste merinos. Voor daags gebruikt men sinds de oorlog van 1914-'18 ook wel z.g. paramat en z.g. parapluiegoed, doch beide stoffen zijn eigenlijk van een minderwaardige kwaliteit volgens de Huizer vrouwen.; De bovenrok werd over de diverse onderrokken aangetrokken. Voor 1940 waren dat er aanzienlijk meer dan daarna. Door de algemene neiging tot slankheid werden dat er steeds minder.; 13-8-1990 - een aantal plooitjes opnieuw ingeregen en vastgezet. Deel van Huizer vrouwenkostuum, idem jak 7848, lange wijde rok van zwart tibet, de rok is drie stofbreedtes wijd, het voorstuk niet geheel vlak in de tailleband (keperband) gezet, twee splitten, het linkerheupsplit doorbreekt de tailleband en is buiten de opening voor de zak tevens de sluiting met haak en oog, heeft op de plaats waar het oprijgsel hoort te zitten een naad, aan de onderzijde een "tegenvoering" van een brede strook katoen van 42 cm. hoog waardoor de rok van onderen wat stijf uitstaat, behorend bij ceintuur met strik en twee afhangende banden.