Rok en kabaja, met bloemen geborduurde witte batist

 

Jak of kabaja (a) en rok (b) van met bloemen geborduurde witte katoenen batist, geweven en met de hand geborduurd en genaaid; de kabaja bestaat uit 3 panden en lange, recht aangezette mouwen,...

Objectnummer
2406 a-b
Instelling
Huis Van Gijn
Periode
1870/1880

Jak of kabaja (a) en rok (b) van met bloemen geborduurde witte katoenen batist, geweven en met de hand geborduurd en genaaid; de kabaja bestaat uit 3 panden en lange, recht aangezette mouwen, langs de voorpanden loopt een brede overslag die, met een naad midden achter, doorloopt in de nek, er ontstaat en opstaand halsstuk; de mouwen lopen met een gerekte S-contour uit in een nauwe pols met een sluiting van 9 handgemaakte knoopsgaten en 9 nestelgaatjes, de speciale knopen hiervoor ontbreken; de stof is op regelmatige afstand beborduurd met anjers met een steel, blad en knop (driespruit), in de kleuren blauw, paarsgroen, rozerood, oranjegeel, lichtblauw, wit, lichtgroen en groengeel; de versiering is geborduurd met inrgijpsteek, het gehele motief heeft een contour van een opgenaaide, dubbele draad, bestaande uit een geel zijden kern met daaromheen een zwart bandje gewikkeld, vastgezet met gele zijde, langs de rand van de pols, is een rand van 15 cm. geborduurd met een slingermotief van opgenaaid koord en rode en blauwe bloempjes, langs deze slingerrand loopt, onder en boven, opgenaaid koord, langs de overslag, tot in de nek, is een zelfde rand geborduurd met witte en blauwe bloempjes; in de hals is een voering van witte batist van 25 cm. lang aangebracht. De rok is geplisseerd aan een tailleband van linnenbies van 1 cm. hoog, van achteren bevindt zich een split van 31 cm. hoog; de stuiting bestaat uit twee trensjes (gefestonneerde lusjes) aan weerskanten; de rok is vanaf de zoom gevoerd met een fijn linnen strook van 55 cm. hoog; aan de voorzijde is de rok over een lengte van 25 cm. glad, veel plooien achter, evenals de sluiting; de stof heeft een opdruk in bruin van een floraal ornament, langs de onderkant slingert een groot motief langs de rand, naar boven vertakt deze slingerrand zich met heel veel kleine bloem motiefjes; dit patroon is niet aangehouden wat het borduursel betreft; op de rok is met de ingrijpsteek een groot bloemmotief geborduurd met anjers met vier hoofdtakken in de kleuren zoals toegepast op inv.nr 2406 A (het bijbehorende jak of kabaja); bovenlangs deze motieven slingert zich tot de zoom een motief van een groen geschulpte lijn met om en om gekleurde bloemen in blauw, geel, wit, rood, oranje en rose, daartussen en groen blaadje; alle contouren zijn met een dun koordje omrand; het koordje is opgenaaid, zie ook inv.r 2406 A; de rest van de rok is geborduurd volgens het schema zolas dat is toegepast op inv.nr 2406 A; langs de rand bevindt zich een 4 cm. brede, geborduurde baan, bestaande uit een slingermotief die op haar beurt bestaat uit rode en blauwe bloemen, afrgewisseld met kleinere bloemen in wit, geel, blauw en rood, alle contouren met opgenaaid koord; boven en onder het motief een horizontale band van opgenaaid dubbel koord, het dubbelkoord is licht gedraaid en in een rij van vier opgenaaid; het motief midden voor is niet afgemaakt met koord, er bevindt zich daar ook 1 opgenaaide paillet

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie