van katoen, rood geverfd, met figuren in rood, zwart en wit. De lap is ongeveer vierkant, aan de hoeken en in het midden van de randen met lange bundeltjes katoenkoordjes versierd. Gedragen bij...
van katoen, rood geverfd, met figuren in rood, zwart en wit. De lap is ongeveer vierkant, aan de hoeken en in het midden van de randen met lange bundeltjes katoenkoordjes versierd. Gedragen bij feestelijke gelegenheden, over de diagonaal in tweeen gevouwen. Ook wel om het middel gedragen. De grens tussen kleding en lichaamsversiering is niet duidelijk te trekken. Kinderen lopen geheel naakt en het eerste wat men ze aan doet is een halssnoer. Vanaf 8 à 10 jaar worden de schaamdelen bedekt. De jongens krijgen een kamisa, een lap die tussen de benen wordt gehaald en met een koordje of gordel om het middel wordt vastgehouden. De meisjes krijgen een schortje van katoen, zaden of kralen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie