Sitsen damesjakje met grote mouwen. ( bezaaid met ornamentjes op fijne paarse streping ).

Kinderjakje met verhoogde taille. Ecrukleurige bedrukte katoen met lila streepje met diagonaal een motiefje in lila, rood en zwart. Daartussen zwarte ringetjes met een rood puntje. De twee voorpanden zijn zeer ruim geknipt en zijn fijn geplooid op de schoudernaad, welke achter over de schouder valt. Middenvoor zijn de panden fijn gerimpeld aan een verhoogde tailleband van 3 cm genaaid. Het jasje sluit hoog met een haak en trensje en op de taille band met twee haken en trensjes. De stof van beide voorpanden n heet een streep verticaal. Gevoerd met katoen en dit sluit met 3 haken en ogen en trensjes. Het achterpand bestaat uit twee panden waarbij de streep van de stof diagonaal is geknipt. de middenachternaad en de schoudernaden hebben een paspel. Aan het jakje zit rondom een schootje van 2,5 cm die middenachter sterk is gerimpeld. Op de achterkant is een 4,5 cm brede met wit linnen gevoerde band vastgenaaid, met het streepje horizontaal. Vanaf de taille is deze band los en sluit voor met 3 haken en trensjes. Deze band is met aan de rechterkant afgewerkt met twee afgeronde punten. De mouwen bestaat uit één pand en zijn sterk geplooid op de schouder, waardoor schapenboutmouwen ontstaan. De mouwen zijn gevoerd, nauwe manchetten sluiten met 3 haken en trensjes. Boven de manchet zit een paspel. De koop van de mouw is netjes geplooid en die plooitjes worden 4 cm onder de kop met een veterbandje vastgezet. Aan dit veterbandje zit een geplooid strookje stof. Plat liggende ronde kraag. In de voering rechts letter M in rood geborduurd, ook in inv.nr. 3090.

Kort jakje, dat - plat neergelegd - hoefijzervormiig is, nl. een kort lijfje met lange, gebogen mouwen die bovenaan wijd, en onderaan, bij de pols, nauw zijn. Het jakje is vooraan open, met haak-en-oogsluiting boven- en onderaan, heeft een liggende kraag, en een plooirandje onderaan de rug (ook bij de voorsluiting met kleine plooitjes). De overgang tussen schouders en mouwen is verdikt en geplooid, met ruche van dezelfde stof. Een ceintuur van deze stof is aan de achterkant vastgenaaid; de voor-uiteinden met haken en ogen hangen los. Voering van witte stof, eig. onderjakje daar het voorste gedeelte met haken en ogen gesloten moet worden. Polssluiting met haken en ogen. De kleur is; wit met fijne paarse streepjes; dit fond is bezaaid met gestylleerde bloemkronen en cirkeltjes in donkerder paars en enig roze rood.