Trouwborsik

Bij de trouwborsik zijn de delen die zichtbaar gedragen worden, de mouwen en de schouderstukken gemaakt van fijn scharlaken rood laken. Het lijfje is gemaakt van donkerder rood baai. De hals en de voorpanden zijn afgewerkt met rood wollen koor. De polsen zijn afgewerkt met karnemelks koor en dubbel karnemelks hennekoor. De mouw- en schoudernaden en mouwinzet zijn ook versierd met karnemelks hennekoor. Op het rechter voorpand staan de initialen en links een huismerk in zwarte zijde. Bij de rood lakense trouwborsik zijn de mouwen en schouderstukken van rood laken, het lijfje is van rood baai een wat donkerder rood, de onderzijde heeft de zelfkant van de stof, "zijnaden" achter op de rug, sluiting middenvoor aan de onderzijde iets naar buiten uitlopend en met 3 haken en ogen, linnen beleg aan binnenzijde middenvoor - hals - split mouwen, halsje en de voorpanden afgewerkt met rood wollen koor, polsen afgewerkt met karnemelks koor en dubbel karnemelks hennekoor, mouw- en schoudernaden en mouwinzet eveneens versierd met karnemelks hennekoor, over de gehele taille aan de binnenzijde een wit linnen strook ingenaaid, aan de buitenzijde rechts de initialen M.I. in zwarte zijde en links een huismerk, gedragen op de tussenzondag of bruidegom ter kerke. Van St. Maarten tot 1e Kerstdag en ook van 2e Paasdag tot Pinksteren, wordt in plaats van de "streepte" mouwen, de wollen borsik van rood baai gedragen. In deze rood wollen borsik gaan de vrouwen ook naar de kerk. Karakteristiek voor dit kledingstuk zijn de "overstoken naden" met saffraan gele wol. De borsik met de naadafwerking werd al in de 16e eeuw gedragen. De "rasse" borsik, gedragen door de "Rode bruid" en door vrouwen gedragen met Pinksteren is van een fijn scharlaken rood laken met rood zijden koor en karnemelkskoor. In de rouw is de afwerking van de borsik lichtgroen voor lichte rouw, en donkergroen voor zwaardere rouw.