Trouwjapon van Johanna Houkjen Staring-Blussé

 

A: Getailleerd, hoogesloten lijfje van ivoorkleurige, grove ribszijde; sluiting middenvoor met acht knoopsgaten en acht gestoffeerde knopen met ivoorkleurige zijde in satijnbinding; bij de hals...

Objectnummer
2431 a-c
Instelling
Huis Van Gijn
Periode
1875

A: Getailleerd, hoogesloten lijfje van ivoorkleurige, grove ribszijde; sluiting middenvoor met acht knoopsgaten en acht gestoffeerde knopen met ivoorkleurige zijde in satijnbinding; bij de hals een haak en oog; het achterpand bestaat uit drie panden die strak en recht tot de taille lopen; vanaf de taille midden achter een dubbele stolplooi met een extra plooi ter weerszijden; de zijnaad heeft een split tot de taille; het achterpand en de split zijn afgebiesd met een bies van grove ribszijde en een dubbel gevouwen, schuin geknipte satijnen bies van zijde; deze samengestelde bies is met één centimeter ruimte nog twee maal aangebracht langs de zoom van het achterpand; boven de plooien zijn twee grote met zijde satijn beklede knopen bevestigd; de rugnaden zijn plat gestikt; beide voorpanden hebben twee figuurnaden vanuit de taille:aan het lijfje zit een schootje; het schootje heeft ter hoogte van de figuurnaden splitten; tussen de zijnaad en een split vanuit de figuurnaad zit nog een split; de gehele onderzijde van het schootje en de splitten zijn afgewerkt met de hierboven vermelde samengestelde bies; op de beide voorpanden, vanaf de vierde knoop loopt naarboven een samengestelde bies in een flauwe bocht en achter de hals lopend opgenaaid; de hals is met dezelfde bies afgezet; dit suggereert revers; tussen de stof en de samengestelde bies zijn puntige stukjes stof dakpansgewijs aangebracht; in de nek is de voeringsstof van het lijfje, met een ruim geplooide strook van zijde satijn van 4.5 centimeter breed aangezet; de lange mouwen bestaan uit twee panden en zijn met een biesje van dezelfde stof aan de schouder genaaid; vanaf de kop van de mouw tot even onder de elleboog is een gerimpelde, dubbele laag stof, identiek aan die van het lijf, opgenaaid; de uiteinden van de mouwen zijn afgezet met twee, dakpansgewijs over elkaar liggende stroken stof, afgebiesd met de al genoemde samengestelde bies; hierboven een lint met een strik, het zijden lint uitgevoerd in een fijne ribsbinding; tussen lint en de mouw zitten dakpansgewijze stukjes stof genaaid; aan de binnenkant van de mouw is een ivoorkleuirge zijde kanten stook vastgezet; dit is tule met daarop vastgezet bloemmotieven in kloskant; het lijfje is tot de taille gevoerd met ecrukleurig gemerceriseerd katoen; nog 3 beklede balijnen aanwezig; aan de binnenkant is middenachter een linnen band bevestigd van 1,5 cm breed om het lijfje voor vast te strikken; het schootje voor is gevoerd met ecrukleurig gemerceriseerd katoen; het schootje achter met verstevigd gaas; in de nek een bandje met, in donkerblauw gestempeld, de letters: S-B B: De rok heeft 3 voorpanden en rechts middenvoor is in de naad een zak verwerkt; de hoogte van de rok valt middenvoor tot op de voet; de achterzijde van de rok bestaat uit drie panden; achter is de rok 150 cm lang en over een breedte van 16 centimeter strak aan de tailleband genaaid; aan weerskanten twee zijpanden met een spie tussen achterpand en zijpand van 65cm hoog en 25 cm breed. De rok heeft een tailleband van dubbele stof die gevoerd is met een dubbel genomen linnen stof; de sluiting bestaat uit drie haken en ogen; links een split van 30 centimeter; de panden zitten glad aan de tailleband;in de achterpanden opzij zitten dubbele plooien tot aan de zijnaden;de zijpanden zijn ook flink geplooid; de rok is aan de achterzijde gedeeltelijk gevoerd met een verstevingd linnen gaas; de gehele rok is vanaf de zoom verstevigd met een zwaar gepapt linnen strook stof voor 30 cm. en achter 65 cm.; in de zij-achternaad is een band genaaid voor onder de queue de Paris; vanaf de zij-achternaden is voor een stuk stof aan de tailleband genaaid; dit deel bestaat uit drie panden en is onderaan rond geknipt; ter hoogte van de zijnaad zitten drie diepe plooien; hierop zijn vanaf de onderrand 5 samengestelde biezen boven elkaar met 5 cm. tussenruimte opgenaaid; langs deze gehele onderkant bevindt zich een strook tulle met opgenaaid kloskant in bloemmotief. C: De onderrok is geheel met de hand gemaakt van witte, gesteven batist en bestaat uit een linnen tailleband van 1.5 cm. breed met hierop in paarse letters: S - B; de sluiting van de tailleband zit links achter opzij en bestaat uit twee haken en ogen; de onderrok bestaat uit 4 panden die middenachter over een lengte van 4 cm. fijn gerimpeld zijn met behulp van een draad; de plooitjes zijn één voor één vastgezet aan de tailleband; de zij- en voorkant zijn opgegedeeld in acht brede plooien die eveneens aan de tailleband vastzitten; de onderrok loopt achter wijd uit en is 25 cm. langer dan de voorzijde en heeft een zoom van 8 cm. breed; een strook van 30 cm. is aan beide lange zijden afgewerkt met een kanten randje; deze strook is met plooien van 2 cm. op regelmatige afstand vastgenaaid op een hoogte van 28 cm. vanaf de zoom en zodanig dat er een strookje van 5 cm. omklapt; middenvoor een bandje waarop staat: Mr. Simon van Gijn Dordrecht Nr. 19; doordat deze onderrok S-B is gemerkt zou hij bij japon 2431 kunnen behoren; ook de vorm en de lengte passen bij de rok.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie