Trouwjapon van Pieternella Jacoba Reus-Ouburgh

Tweedelige zwarte trouwjapon van zwart tafzijde. A: Lijfje is geheel gevoerd met zwart katoen. Lijfje heeft middenvoor een sluiting van de katoenen voering met ronde hals en 16 haken en ogen van metaal. Deze haken en ogen sluiten per 2 om en om. Beide voorpanden van de voering hebben 1 horizontale en 2 verticale coupenaadjes. Het lijfje heeft een staande boor van zwarte tafzijde bekleed met geborduurde tule met bloemmotief. Staande boord van 5 cm sluit middenachter met 3 metalen haken en ogen. Aan de voering rechtsvoor is een voorstuk van tafzijde bekleed met geborduurde tule vastgezet. Dit loop tot de opstaande kraag voor en sluit met 5 haken en trensjes rechts op de voering en 4 haken en trensjes op de linkerschouder. Hieroverheen zijn twee tafzijden panden met en laag uitgesneden, rechte halslijn. Aan weerskanten een sluiting even uit het midden op de geborduurde tule met een haak en een trensje. Langs de lage halslijn is de stof ruim geplooid. Strakke tailleband met twee horizontale plooien waarbij de ruimvallende stof midden voor met platte plooien middenvoor is vastgezet. Midden voor en middenachter loopt in een punt ui. Er zijn twee zij voor- en twee zij achterpanden. Het midden achterpand heeft vanaf de hals over 11 cm tafzijde kleed met geborduurde tule. Hierover heen een lage halslijn, ruim vallend en middenachter is de stof met 4 plooien in een V-vorm strak aan de taille band gezet. Langs de sluiting voor en langs de voor- en achterkant is een applicatie aangebracht van machinaal gemaakte applicatie. Bloemmotief met donkerbruine contouren. Mouwen bestaat uit een glad onderpand. Het bovenpand is ruim geplooid aan het lijfje gezet. Vanaf de schouder is de kop van de mouw over 20 cm op de mouw gerimpeld vastgezet. Onderaan heeft de mouw een kleine split vna 4 cm. Aan de uiteinde van de mouw is zwarte tule gerimpeld aangenaaid. De tule is machinaal geborduurd met een floraal motief en heeft een gelobde rand. Op de mouw is een applicatie van een bloemmotief met bladeren aangebracht. Het lijfje is geheel gevoerd met zwart katoen. Er zijn baleinen ingenaaid: aan weerkanten van de sluiting en aan weerkanten van het voorpand, n beide taillenaden, één middenachter en nog 3 aan weerszijde van middenachter. De baleinen zitten in een katoenen hoes. De naden van het lijfje zijn allen afgebiesd met ecrukleurig band. Middenachter, aan de binnenkant, is een 3 cm bies op de ecrukleurig band genaaid, die voor sluit met 2 haken en ogen. De band is vlak bij de haken kapot. B: Zwarte tafzijden gladde rok met tailleband van 2 cm gevoerd met zwart katoen. Sluiting middenachter met een split van 32 cm. 3 haken en ogen op de tailleband, 2 drukknopen in de split. Middenachter is aan de linkerkant van de opening een zak genaaid van katoen en bij de split afgewerkt met zwarte zijden bies. Het voorpand komt tot op de grond en heeft 3 panden. Het midden voorpand heeft aan beide zijde een siernaadje van een halve cm. Onderaan het midden voorpand zijn aan weerkanten splitten van 32 cm waar ook nog een spie is ingenaaid. Het achterpand bestaat uit 4 panden. Twee zij achterpanden en twee achterpanden met een midden achter naad. Bij de sluiting middenachter is door middel van een plooi ruimte gecreëerd. Aan de midden achternaad is aan weerkanten een spie genaaid van 64 cm hoog en 50 cm breed. Hierdoor wordt de rok aan de onderkant wijd en sleept over de grond. De rok is geheel gevoerd met zwart katoen. Vijftien cm vanaf de ondergrond is een geplisseerde strook zwart katoen genaaid. Deze strook is 15 cm breed, de plissé plooitjes zijn op de helft van de strook machinaal doorgestikt. Langs de onderkant van de rok is borstelband genaaid

Tweedelige japon van zwarte zijde, het lijfje (a) heeft een sluiting aan de voorzijde, de twee voorpanden slaan bij het sluiten over elkaar heen, de zwarte zijde van het lijfje is aan de voorzijde overtrokken met zwarte doorgestopte kant met enkele burine accenten, de kopmouwen lopen tot driekwart van de onderarm en bezitten kanten 'manchetten', op de kop en het bovendeel van de mouw zit in het midden een doorgestopte draad om de kop en de bovenzijde van de mouw te rimpelen, de rok (b) heeft een geplisseerde strook van vijftien centimeter aan de binnenkant van de rok aan de onderzijde, de rok zelf eidigt in een stootbadje dat aan de buitenrand, de onderste, voorzien is van een pool (fuweel); volgens de informatie is de japon veraardigd voor het huwelijk door twee coupeuses/modistes uit Dordrecht (info: mevrouw G. Overman)