Tweedelig broekpak van hardgeel linnen, getailleerde broek (2) met wijde pijpen, zeer korte jas (1) met lange manchetten en pofmouwen, klepjes op de schouders, "Cargelli"

Uit het boekje 'Mode zien met Cargelli', een beschrijving door hemzelf van het broekpak: "Maisgeel linnen broekpak - collectie Cargelli - voorjaar 1973 / nummer 61-917-1/2. Het wijdvallende jasje met wijde geplooide mouwen, aan een gladde manchet, is kenmerkend voor de modellen uit de voorjaarscollectie 1973. De grondvormen van de jasjes vinden we steeds terug in de modellen, gecombineerd met rokken, jurkjes en pantalons. Dit model heeft midden-voor een ritssluiting en twee ritsen in de manchetten. Het jasje is met citroengele zijde gevoerd. De pantalon, zeer wijd aan de zoom en gladgevallen om de heup is het vervolg op de pantalonvormen van de wintercollectie 1972. Hier zagen we voor het eerst witte pantalons voor de winter met blazerjasjes en vesten. / In het grondpatroon van het jasje zien we de verlengde schoudernaden uitlopen in klepjes. De grondvorm van de aangeknipte mouw kreeg door de twee doorlopende zijpanden en de doorlopende bustenaad zijn bijzondere belijning. Zijnaden werden zowel naar het voor als naar het achterpand geplaatst. De kraag werd vanaf midden-voor aangezet. De wijd uitlopende mouwen hebben ieder 10 plooien, aangezet aan de 14 cm brede manchet. Het zijpand loopt vanaf de taille door naar de manchet. De pantalon heeft geen tailleband maar een teruggeslagen beleg van 5½ cm met tussenvoering verstevigd. M.V. wordt de pantalon gesloten met een rits van 20 cm. De vouwen werden niet ingestreken maar op de vouwlijn 3 mm doorgestikt.".