Verkleedjapon, 'crinolinejapon', van wit katoenbatist met ingeweven satijnstreep, bedrukt met roze bloemetjes

Inventarisatie Jacoba: Verkleedjapon, voorstellende een crinolinejapon, van wit katoenbatist met ingeweven satijnstreep, bedrukt met roze bloemetjes. Het is onduidelijk of de japon is vermaakt uit oudere stof, hiervoor zijn nergens duidelijke aanwijzingen zichtbaar. Dergelijke stof kon zijn gekocht om een verkleedjurk van te maken, maar was aan het eind van de negentiende eeuw ook voor zomerjaponnen in gebruik. Het patroon van de japon oogt niet oud. Mogelijk is het lijfje vermaakt uit een lijfje uit 1880-1890, waarvan de onderkant is afgeknipt. De verkleuringen in het binnenlijfje duiden op een eerdere aanwezigheid van baleinen, die niet gebruikelijk waren in verkleedkostuums uit de jaren 1930. De volants zijn opgenaaid op een manier waarop dit ten tijde van de crinoline nooit gebeurd zou zijn.

Inventarisatie Rosalie: Japon van witte katoenen batist met ingeweven satijnstreep en bedrukt met bloemetjes, vermaakt/verknipt tot verkleedjapon. Da satijnstreep loopt verticaal maar ook horizontaal zodat rechthoekige vakjes ontstaan. Deze vallen niet zo in het oog omdat de stof overal sterk geplooid is. De stof is ook bedrukt met een dun, groen verticaal streepje. De japon heeft lage ovale halsuitsnijding. Korte mouwen. Lijfje is versierd met 2 volants rondom. Lijfje en rok vormen een geheel, de stof van de rok is sterk aangerimpeld. De wijde rok bestaat uit 5 rokbanen en 3 brede etage-stroken, waarvan de onderste is afgeknipt en onafgewerkt. De onderrok is van wit katoen, ook deze afgeknipt. De onderrok bestaat uit 2 brede banen en een smalle midden achter. De rok heeft 2 horizontale oprijgen, aan weerszijden van de naad midden voor. De sluiting van de jurk bevindt zich in de rechterzij met metalen drukknoopjes. Eveneens een sluiting middenachter met metalen haakjes en oogjes. Een treklintje langs de hals waartegen een zijden lintje is gezet.