Lapje van bedrukt katoen, dat vermoedelijk als hoofddoek heeft gefungeert bij een kotomisi-kostuum, letterlijk te vertalen als 'rok-juffrouw.' De koto is een in Suriname ontstane klederdracht die...
Lapje van bedrukt katoen, dat vermoedelijk als hoofddoek heeft gefungeert bij een kotomisi-kostuum, letterlijk te vertalen als 'rok-juffrouw.' De koto is een in Suriname ontstane klederdracht die werd bedacht door slavenhouders en hun vrouwen om hun slavinnen 'zedig' te kleden. De dracht bestaat uit een koto (rok), jaki (jak) en angisa (hoofddoek). Aan de dracht kon men aflezen tot welke godsdienst de slavenhouder behoorde. Hoewel vroeger dagelijkse kleding, veranderde de koto later in gelegenheidskleding. De koto en vooral de angisa spraken en spreken een geheime taal (Henar-Hewitt, 1987:35). Onderhavig kostuum is gedragen door mevr. van Santen ter gelegenheid van het maken van een foto en meegenomen naar Nederland bij vertrek uit Suriname in 1937.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie