Vingerring

Vingerring van goud, gezet met een ovale, roodachtige (edel)steen. De ring is geciseleerd met krulmotieven met aan weerszijden een garudakopje. De steen die erin zit is cabochon geslepen en is vermoedelijk 'mirah delima' oftewel een robijn. Dit is een populaire edelsteen, omdat hij beschermt tegen kwade krachten. De ring is afkomstig uit Cakranegara op West-Lombok. Vanaf 1856 bloeide hier een hof, waarvan de vorst familie was van het koninkrijk van Karangasem op Oost-Bali. De religie aan het hof was dan ook hindoeïstisch. De laatste vorst die hier van 1872 tot 1894 regeerde heette Anak Agung Gde Ngurah Karangasem. Deze vingerring maakt deel uit van de zogenaamde Lombokschat. In een poging van het Nederlands-Indisch gouvernement om meer politieke invloed te krijgen in de regio Bali-Lombok, werd in juli 1894 een militaire expeditie naar Lombok gestuurd. Het paleis van de vorst van Cakranegara werd aangevallen en aan het einde van dat jaar viel het uiteindelijk in Nederlandse handen. De schatkamer van het paleis werd leeggehaald. De buitgemaakte schat bestond uit 230 kilo goud, 7000 kilo zilver en drie kisten met kostbare stenen, sieraden en voorwerpen. Een deel van de schat is in 1977 teruggegeven aan Indonesië.