Vrouwenriem

 

362-18 Wichita woman's belt; harness leather, iron, German silver; l. 87 cm., w. 8 cm.; ca. 1880. Originally belts were made from deerskin or buffalo hide. Belts from commercial harness leather...

Doorzoek de website met tags
Objectnummer
RV-362-18
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1870-1880
Herkomst
Oklahoma

362-18 Wichita woman's belt; harness leather, iron, German silver; l. 87 cm., w. 8 cm.; ca. 1880. Originally belts were made from deerskin or buffalo hide. Belts from commercial harness leather became popular because of their durability and their use for aesthetically displaying slightly convex German silver conchas and discs, standing out shining and hard against their dark and pliable background. These shiny discs, made from brass or German silver were also used as hair ornaments by Plains men. Their arrangement in rows was a Native idea (cf. Hanson 1975:93-97; 1994:76-77; Conn 1979:160-161; Hail 1980:140-141; Lanford 1993). German silver, also referred to as nickel silver, is an alloy consisting of sixty parts copper, twenty-five parts zinc and fifteen parts nickel. It derives its name from its place or origin, Germany, more particularly the town of Hildburghausen. It became prevalent in the Plains Indian trade in the 1860s, and until 1880 its use was widespread and intensive. As the material glutted the market, its status underwent rapid devaluation (Davis et.al. 19 :21). (Hovens 2008-09) Riem van een strook dik leer (tuig leer/harness leather), bezet met zeven ronde metalen sierplaten, en voorzien van een ijzeren gesp. De sierplaten waren meestal van Berlijns zilver, een legering met veel zink en weinig zilver. De ronde platen werden door blanke handelaren geleverd, maar soms sneden Indianen deze zelf uit stukken Berlijns zilver. Handelaren verkochten ook de metalen gespen. Vrouwen droegen deze riem om hun middel, met daaraan een aantal verschillende tasjes bevestigd voor de verschillende werkzaamheden: een vuursteentasje ( ) met benodigdheden om vuur te maken, een elstschede ( ) met een priem, een naaitasje ( ) met naaigerei, en een messchede ( ) om huiden en vlees te snijden.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie