Materiaal: karmijnrode handgesponnen wol, geverfd met cochineal en wit katoenen garen. Techniek: "weft-face" geweven: de katoenen scheringdraden zijn verborgen door de karmijnrode wollen...
Materiaal: karmijnrode handgesponnen wol, geverfd met cochineal en wit katoenen garen. Techniek: "weft-face" geweven: de katoenen scheringdraden zijn verborgen door de karmijnrode wollen inslagdraden. De inslagdraden verspringen via een bepaald patroon waardoor de stof een ingeweven patroon heeft. Deze rokken worden geweven door mannen in Mitla, die staande het heupweefgetouw bedienen. Volgens Cordry (1968) zijn rokken van één geweven lap zeldzaam, omdat 76 cm de maximale hanteerbare breedte op een heupweefgetouw is. Er zijn echter voorbeelden van breedere lappen door mannen geweven. De hier geweven lap is 83 cm breed. De breedte van de stof bepaalt de hoogte van de rok, de lengte de rokwijdte. De rok wordt op de plaats gehouden door een "faja" (ceintuur). Volgens de verzamelaarster gaat het hier om een oude stijl wikkelrok. Dezelde rokken werden volgens haar ook in Tlacolula en San Antonino Ocotlán gedragen maar met een licht afwijkend patroon. Op enkele plekken is de zelfkant van de zijkanten versleten en omgehaakt met karmijnrode of zwarte draad. Wrap-around skirt (enredo) Red cochineal-dyed handspun wool, white cotton Acquired 1940s in Puebla, from Samaniego (store) Dimensions: L: 279 cm W: 83 cm Description: One web. Warp-faced twill-weave pattern. Cotton warp threads and woollen weft threads are used. Caracol design? Old style skirt. Woven by men in Mitla standing to the loom. Similar skirts are worn in Tlacolula and San Antonino in the District of Ocotlán, Oax., but with a slightly different pattern. Provenience: Mitla, Oax.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie