De rok is vervaardigd in twee tinten rood, twee tinten blauw, oker, en groen op crème in tanahan-achtergrond. De motieven zijn aangebracht met de cap. Deze doek is een zogenoemde pagi-sore,...
De rok is vervaardigd in twee tinten rood, twee tinten blauw, oker, en groen op crème in tanahan-achtergrond. De motieven zijn aangebracht met de cap. Deze doek is een zogenoemde pagi-sore, 'ochtend-avond', waarmee aangeduidt wordt dat de doek door verschillende wikkelwijzen op twee manieren te dragen valt. De badan is derhalve in twee helften verdeeld, waarbij de ene helft ondersteboven is afgebeeld. De ene helft bevat drie elegante boeketten met lelies en kleine vlinders op een tanahan achtergrond; de andere, die ondersteboven is afgebeeld, heeft eveneens drie boeketten, libellen en kleine vlinders op een andere tanahan achtergrond. Boeketten als motief zijn van Europese oorsprong, maar werden vanaf 1920 ook gebruikt door (Indo-)Chinezen, om hun hogere status door de toen verkregen wettelijke gelijkstelling aan (Indo-)Europeanen uit te drukken. Lelies staan in de Europese symboliek voor reinheid, terwijl Peranakan ze associëren met de zwaargeurende en giftige datura species, waardoor ze kwaadwerend en beschermend zijn. Vlinders staan vaak voor huwelijks geluk, evenals de libellen en zwaluwen, die tevens de zomer aankondigen.Volgens Heringa verwijst de kleurstelling van blauw en rood ook naar huwelijks geluk voor Peranakan. Alle symboliek kan wijzen op een batik die bestemd was voor een jonge, pasgehuwde dame (Heringa, 1996). De randen bestaan uit brede golvende banen met bloemranken; de serets bevatten gigi walang (tanden van krekel): naar buiten gerichte driehoekjes die een beschermende kracht bezitten (idem). De doek was bestemd voor gebruik door alle culturele groepen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie