Wikkelrok met garuda-symbool op vruchtbaarheidsymbolen

Wikkelrok voor mannen en vrouwen in blauw, soga (bruin) en zwart op een crème ondergrond met semèn-motief: bladranken en kleine bloemen met grotere motieven sawat, naga en vogels. Het semèn-motief is een geheel aan symbolische motieven die verwijzen naar de betekenis van het woord: 'ontspruiten', of 'groeien'. Dit motief bevat zoveel symboliek dat het zowel staat voor vruchtbaarheid, als voor het Javaanse geloof in een kosmische orde (McCabe Elliot, 1984). Sawat (grote vleugels met staart in het midden), is een motief dat de garuda representeert. Garuda is een half-vogel half-mensachtig wezen. Volgens de indo-javaanse mythologie droeg Garuda Vishnu door de hemel. De Garuda is een oud koninklijk symbool en was derhalve traditioneel exclusief voor de vorst en zijn familieleden (McCabe Elliot, 1984; van Roojen, 1998). Tegenwoordig is de garuda het officiële wapen van republiek Indonesië (Heringa, 1996). Naga betekent draak (slangachtige) in het Indonesisch en verwijst naar een mythisch dier uit de oude Hindoe-Boeddhistische religie en cultuur. Het dier symboliseert water en de onderwereld en is dus het tegenovergestelde van de Garuda, die de zon en de hemel voorstelt (MCCabe Elliot, 1984). De tumpal bevat bloemen, de papan vogels en grotere bloemmotieven. De kain panjang was de officiele dracht aan de vorstenhoven van Midden-Java en van de aristocratie elders. Mannen dragen deze doeken anders dan vrouwen en de wikkelwijze hangt af van de sociale status van de drager. Sarungs (kokerrok voor mannen en vrouwen) met een complete centrale kepala werden vroeger gedragen door slaven, terwijl doeken met kepala aan een zijde gedragen werden door vrouwen die zich van slaven wilden onderscheiden. Na de afschaffing van de slavernij in 1860 werden alle typen sarungs gezien als de minder formele variant van de kain panjang (die ook gedragen wordt door mannen). Deze doek was bestemd voor gebruik door alle culturele groepen.