Wikkelrok met stermotief

 

Blauw op lichtblauwe cocohan ondergrond door Peranakan gebatikte kain panjang kepala tumpal, met een halve kepala (asymmetrisch gevuld met motieven) aan ieder uiteinde. De halve kepala zijn deels...

Objectnummer
TM-5663-88
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1880
Herkomst
Indramayu (regentschap)

Blauw op lichtblauwe cocohan ondergrond door Peranakan gebatikte kain panjang kepala tumpal, met een halve kepala (asymmetrisch gevuld met motieven) aan ieder uiteinde. De halve kepala zijn deels effen blauw, met de naar buiten gerichte tumpal (verticale rij driehoeken) gevuld met bloemranken en celuki (anjer). Een papan bevat sembagen huk met de sierrands afgezet in banji (swastika variatie). Sembagen huk is samengesteld uit een feniks in een ei, hetgeen een combinatie-motief is van Indiase en Chinese invloeden, en oorspronkelijk geassocieerd werd met de komst van de Islam (Heringa, 1996). Banji is een van de oudste batikpatronen die terug te voeren valt naar de Hindoe-Boeddhistische periode, misschien zelfs eerder. Het woord 'swastika' is sanskrit en betekent welzijn; het woord banji is Chinees en zijn symbolische betekenis is hetzelfde: geluk, een lang leven en welvaart (van Roojen, 1998). De badan bestaat uit jlamprang, een abstract, uit India afkomstig (van de patola-doeken) stermotief dat valt onder het algemene patroon ceplok. Ceplok is de naam voor een variatie aan repeterende geometrische patronen, meestal gebaseerd op min of meer circulaire vormen (rosetten, sterren), die in verschillende secties zijn opgebouwd (van Roojen, 1998). De kain panjang was de officiele dracht aan de vorstenhoven van Midden-Java en van de aristocratie elders. Mannen dragen deze doeken anders dan vrouwen en de wikkelwijze hangt af van de sociale status van de drager. Kain panjang kepala zoals deze werden vroeger door vrije vrouwen gedragen terwijl sarungs (kokerrok voor mannen en vrouwen) met een complete centrale kepala werden gedragen door slaven. Doeken met kepala aan een zijde gedragen werden door vrouwen die zich van slaven wilden onderscheiden. Na de afschaffing van de slavernij in 1860 werden alle typen sarungs gezien als de minder formele variant van de kain panjang (die ook gedragen wordt door mannen). Er kan gesteld worden dat sarungs met complete centrale kepala van een ouder type zijn dan die met kepala aan een zijde van een batik. De kepala van deze latere typen werd ook steeds meer complex (van Hout, 2001). Deze rok was bestemd voor lokaal gebruik en voor de export.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie