Overhemd van gebroken wit kunstvezel met opstaand kraagje; split onder aan de zijkanten; vooraan een knoopsluiting van zes glanzend witte plastic knoopjes en onderaan aan de voorzijde voorzien van...
Overhemd van gebroken wit kunstvezel met opstaand kraagje; split onder aan de zijkanten; vooraan een knoopsluiting van zes glanzend witte plastic knoopjes en onderaan aan de voorzijde voorzien van twee opgenaaide zakken. De stof heeft een ingeweven patroon van smalle banen met diagonale, rechthoekige figuurtjes erin. Het overhemd is onderdeel van een set kledingstukken en attributen (5880-1 A/L), dat gedragen wordt door een Javaanse jongen in Suriname tijdens en na zijn besnijdenis. Enkele onderdelen zijn echter dubbel en over de precieze functie van sommige was niets te achterhalen in de geraadpleegde literatuur. Vóórdat een jongen een echte moslim wordt en toetreedt tot de wereld van volwassenen, moet hij eerst besneden worden. Tussen zijn achtste en twaalfde jaar wordt dan bij een jongen een stukje van zijn voorhuid weggesneden tijdens een ritueel, dat "sunat" of "islam" wordt genoemd. Vroeger gebeurde dat door een besnijder ("tyalak" of "bong"), tegenwoordig door de dokter. Gezien de geraadpleegde literatuur is dat echter niet de enige verandering geweest in de loop der jaren; wèl onveranderd is de feestelijke viering ervan gebleven (de Waal Malefijt: 143-145; van Binnendijk en Faber: 50-61 en Inggris: 89-91).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie