Wollen omslagdoek met ingeweven patroonranden

 

Omslagdoek, een grote haïk, afaggou genaamd, die werd gedragen door de vrouwen van de Ida ou Nadif. Het hele lichaam van de schouders tot aan de voeten werd in de doek gewikkeld. Men begint met...

Doorzoek de website met tags
Objectnummer
TM-2438-89a
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1900
Herkomst
Irherm

Omslagdoek, een grote haïk, afaggou genaamd, die werd gedragen door de vrouwen van de Ida ou Nadif. Het hele lichaam van de schouders tot aan de voeten werd in de doek gewikkeld. Men begint met het ene eind van de doek op de rug over de schouders te hangen, onder de rechterarm door naar voren. Met twee doekspelden (fibulae) wordt de doek nu op beide schouders vastgehouden aan het deel op de rug. De rest van de doek gaat onder de linkerarm door, weer langs de rug over de schouders en naar voren toe. Bij de omslagdoek werd soms een geborduurd rugpand (akhazi) gedragen en een doek op het hoofd (Grammet 1998: 174 en 199). Vervaardiging Het basisweefsel is in inslagribs geweven en gestreept in de breedte. Aan beide zelfkanten zijn randen ingeweven in rode en blauwe wol. In de hoeken en aan de zelfkant zijn motieven ingeweven (waarschijnlijk zijn de zwarte motieven geborduurd) met daartussen dikke wollen lussen. Tussen de schering en inslag zijn draden gelegd die noppen vormen. Aan de uiteinden eindigt het weefsel in franje van twee rijen korte staafjes (waarvoor de scheringdraden in bosjes zijn omwonden met een wollen draad) uitlopend in een korte franje.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie