Zondagse en gelegenheidskraplap. Voor de zondag en voor speciale gelegenheden droegen de Urker vrouwen aan het einde van de negentiende eeuw een witte kraplap met in zwart geborduurde motieven....
Zondagse en gelegenheidskraplap. Voor de zondag en voor speciale gelegenheden droegen de Urker vrouwen aan het einde van de negentiende eeuw een witte kraplap met in zwart geborduurde motieven. Deze waren aanvankelijk groot en werden in de loop van de twintigste eeuw steeds kleiner. De (buitenste) letters ‘JT’ zijn de initialen van de draagster. De middelste ‘T’ is de voorletter van haar vader of van haar (aanstaande) echtgenoot.
Deze kraplap werd in 1898 geëxposeerd als onderdeel van een zondags vrouwenkostuum. Voor de zondag en voor speciale gelegenheden droegen de Urker vrouwen aan het einde van de 19de eeuw een witte kraplap met in zwart geborduurde motieven. Deze waren aanvankelijk groot en werden in de loop van de twintigste eeuw steeds kleiner. De 3 letters staan voor de initialen van de draagster met daartussenin de voorletter van de naam van de vader of die van de (aanstaande) echtgenoot.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie