Functie: Het vrouwelijke kledingrepertoire bestaat uit een meerkleurig bovenstuk genaamd huipil; een rok met een patroon of effen genaamd falda of corte; een geborduurd of geweven ceintuur genaamd...
Functie: Het vrouwelijke kledingrepertoire bestaat uit een meerkleurig bovenstuk genaamd huipil; een rok met een patroon of effen genaamd falda of corte; een geborduurd of geweven ceintuur genaamd faja; versiering voor het hoofd en haar genaamd cinta; en een doek voor verschillende doeleinden genaamd tzute of servilleta. Fajas, de naam van een vrouwen ceintuur of riem, worden op een heupweefgetouw geweven. Ze variëren in lengte, breedte en borduursel of geborduurd ontwerp afhankelijk van het dorp waar ze vandaan komen. Decoratie patronen variëren van mensen en dieren motieven tot geometrische en streep motieven. De uiteinden hangen meestal los als franjes, maar kunnen ook gevlochten worden of met pompons afgewerkt. De manier waarop fajas gedragen worden varieert per dorp. Sommige dorpen stoppen de uiteinden in en andere knopen de faja vast en laten de uiteinden los hangen. De meeste fajas zijn gemaakt van katoen, maar ze kunnen ook van wol gemaakt worden. Beschrijving: Deze faja is geweven met wit en zwart. Op een witte achtergrond is met zwart drie banen geweven. De buitenste banen afgerond zigzag motief (golfmotief) die naar buiten wijzen. Aan de buitenkanten naast dit motief zijn twee golflijnen naast elkaar geweven. Tussen de buitenste en binnenste baan is een lijn van aaneengesloten ringetjes geweven. De binnenste baan is een dubbel afgerond zigzag motief met de ruggen naar elkaar toe. De franjes hangen los aan beide uiteinden. toelichting: De herkomst van dit stuk is bijna niet te achterhalen. Deze fajas worden vaak in één dorp gemaakt en verspreid over een groot gebied. Sommige van deze fajas lijken zelfs sterk op fajas uit Mexico.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie