Mouwen voor in de zware rouw met op het rechter voorpand de initialen L.C. in rode wol. De mouwen zijn zwart-wit gestreept. Lijfje ongebleekt linnen, rechter voorpand initialen L.C. in rode wol,...
Mouwen voor in de zware rouw met op het rechter voorpand de initialen L.C. in rode wol. De mouwen zijn zwart-wit gestreept. Lijfje ongebleekt linnen, rechter voorpand initialen L.C. in rode wol, voorpanden lopen door naar rugzijde, rugpand langer, sluiting voor met haken en ogen, mouwen en rond arms- gaten blauw-wit gestreepte katoen, mouwen gevoerd met wit katoen, halsje met dezelfde stof afgezet, zwart langet (bruin geworden) langs de polsen, voor in zware rouw. Vanaf Pinkster tot St. Maarten en vanaf haar 6e tot 16 jaar, draagt het meisje "de mouwen". Vanaf haar 16e jaar draagt de vrouw niet alleen deze periode de mouwen, maar ook vanaf 2e kerstdag tot 1e paasdag, maar dan wel 2 paar over elkaar.; Voor de mouwen wordt een verscheidenheid aan gestreepte patronen gebruikt in rood-wit-blauw. Of de draagster al of niet in de rouw is, bepaald welke kleur en welk patroon er gekozen zal worden. Een jong meisje dat aan geen enkele rouw is gebonden, kan vrij kiezen uit de "wildste" combinatie. Zware rouw beperkt echter tot donkerblauw-wit, waarbij het wit een ondergeschikte rol speelt. Bij verschillende gradaties van zware tot lichte rouw, treedt wit weer meer op de voorgrond en is zelfs rood weer toegestaan. Men spreekt dan van "paarse" mouwen. Wanneer een draagster echter zware rouw heeft gehad keert ze nooit meer terug tot de "wilde" kleuren.; "Witte mouwen" van dunne wollen stof met ingeweven katoenen streep, wordt gedragen door de witte bruid. Witte mouwen van wit molton of wit linnen worden gedragen door ongehuwde, jonge vrouwen op Pinkster III en door de "schone kok" (soort bruidsmeisje) op de bruidsdagen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie