Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
De naam Zaans stikwerk doet vermoeden dat deze handwerktechniek in Nederland is ontstaan. Dit is gedeeltelijk waar. Zaans stikwerk kent een lange geschiedenis die terug reikt naar de 17de eeuw. Wat voor handwerktechniek is het precies en hoe is deze door de eeuwen heen veranderd?
De term Zaans stikwerk doet vermoeden dat de techniek is ontstaan in de Zaanstreek. Hoewel dit niet zeker is, zijn er aanwijzingen dat de techniek het meest in deze streek beoefend is en daarom zijn naam heeft gekregen. Naar alle waarschijnlijkheid is Zaans stikwerk later door heel Nederland verspreid. De techniek komt in heel Europa en de Verenigde Staten in veel verschillende variaties voor. In Groot Brittannië en de Verenigde Staten kent men het corded quilting of corded needlework. De Duitse variant wordt gepraktiseerd onder de term piqué stickerei (tegenwoordig gebruikt men weer quilten). Ook in Italië kent men het onder de naam trapunto en in Frankrijk wordt de term broderie de Marseille of boutis (term die in de 19de eeuw zijn intrede deed) gebruikt.
De oorsprong van de techniek ligt waarschijnlijk in het Midden-Oosten, waar het quilten al eeuwen werd beoefend en via de handel in Nederland, maar ook andere Europese steden, terecht kwam. Aangenomen wordt dat het Italiaanse trapunto eerder werd gemaakt dan het Nederlandse Zaans stikwerk. Omdat de Zaanstreek in de 17de en 18de eeuw een belangrijke industriële- en handelsfunctie had, is het aannemelijk dat buitenlandse varianten in de Zaanstreek terecht kwamen. Opmerkelijk is dat de techniek tot 1900 waarschijnlijk nog geen naam kende, omdat hier geen geschriften over zijn gevonden. De term werd geïntroduceerd door Johanna W.A. Naber, in haar publicaties over handwerktechnieken.
Zaans stikwerk is een van de vele soorten handwerktechnieken die voornamelijk in de 18de eeuw werd beoefend. Het doel van de techniek was het verstevigen van de stof en tegelijkertijd decoratie aanbrengen. Als er zijde werd gebruikt, ontstond er door de techniek een mooie glans. Ook werd Zaans stikwerk toegepast voor de warmte door het gebruik van de tussenvoering. De techniek kenmerkt zich door het creëren van reliëf op de stof en de ontwikkeling van vele soorten patronen. Twee lappen stof worden op elkaar bevestigd waarna er lijnen worden uitgezet. Deze lijnen worden later door middel van een vuldraad opgevuld. Daarbij werd er meestal katoen of ander soort wasbaar materiaal gebruikt, omdat ander materiaal zoals wol niet mooi in zijn originele vorm bleef. De vuldraad geeft een reliëf waar veel verschillende soorten patronen mee kunnen worden gemaakt.
Vaak bestonden deze patronen uit weelderige bloemen die waren geïnspireerd op de sitsen, die in dezelfde periode populair waren. Wanneer dit patroon af was, werd deze vaak nog worden rijkelijk versierd met borduurwerk. Het borduurwerk is meestal ajourborduurwerk en is niet opgevuld met vuldraden. Ook dit borduurwerk zorgt voor versteviging en maakt het tegelijkertijd transparant. Zo kreeg en krijgt men een rijk gedecoreerde stof.
Zaans stikwerk stamt af van het quilten (fonetisch: kwilten). Het verschil tussen de twee is voornamelijk dat het quilten uit drie lagen stof bestaat terwijl Zaans stikwerk uit twee lagen bestaat. De quilttechniek werd gebruikt voor de warmte, terwijl Zaans stikwerk meerendeels als verfraaiing diende. Stikwerk duidde in de 17de en 18de eeuw op een versierende techniek die tegenwoordig als borduurwerk zou worden gecategoriseerd. Het Nederlandse stikwerk werd voornamelijk gemaakt met linnen of katoen. Bovendien onderscheidt het Zaans stikwerk zich voornamelijk van de andere vormen door de ruimte tussen de parallelle vormen in het werk. Deze ruimte bedraagt in het Zaans stikwerk drie tot vier millimeter, terwijl deze in het Franse Boutis groter is.
Er bestaan verschillende meningen over waar het Zaans stikwerk vervaardigd werd. Sommige historici menen dat, aangezien de Franse en Britse variant in werkplaatsen gemaakt werd, men kan aannemen dat dit in Nederland ook het geval was. Anderen gaan uit van vervaardiging van Zaans stikwerk in huiselijke kring. Toch hoeft dit niet te betekenen dat Zaans stikwerk niet ook professioneel vervaardigd werd. Het werk kan namelijk uitbesteedt zijn aan thuiswerkers via reeders. Er kan worden aangenomen dat de techniek alleen toegankelijk was voor de rijkere bovenklasse. Omdat de techniek kostbaar en tijdrovend was, maar toch ook een zekere mate van bescheidenheid kende door het witte textiel dat werd gebruikt, paste het Zaans Stikwerk goed bij de rijke doopsgezinden in de Zaanstreek. Textielhistoricus An Moonen veronderstelt dat de kleding en dekens goed aansloten bij de levensstijl van de doopsgezinde gemeenschap in de Zaanstreek in de 18de eeuw. Het zijn zeker luxe goederen geweest, maar met een eenvoudige, sobere uitstraling. Ter illustratie, het maken van een niet te ingewikkeld stuk Zaans stikwerk van 10 bij 10 centimeter kost zo'n 6 tot 10 uur volgens kenner Inge Bosman.
Tegenwoordig wordt het Zaans stikwerk nog steeds gemaakt, maar voornamelijk door hobbyisten. De tijdrovende techniek is te kostbaar voor de hedendaagse, fast fashion industrie. Daarentegen wordt de techniek zo af en toe nog wel gebruikt in modecollecties. Couturier Frans Hoogendoorn gebruikte in de wintercollectie van 1998 een soortgelijke techniek (een voorbeeld staat hierboven met de handwerktechniek Matelassé) en ook Alexander Slobbe deed dat in de wintercollectie van 2001. Ook is de techniek in de vele collecties van musea zoals het Rijksmuseum, Gemeentemuseum Den Haag, Fries Museum Leeuwarden en Centraal Museum Utrecht te bewonderen.
Arnolli, G., ‘Zaans stikwerk in het Fries Museum’, Quilnieuws 94 (2007) pp. 62-63.
Bender, F., Zaans stikwerk, 2001. (dissertation)
Berenson, K., Marseille – The cradle of white corded quilting, Lincoln (University of Nebraska press) 2010.
International Quilt Study Centre and Museum, 2015
Moonen, A., ‘Zaans stikwerk; verfijnd Nederlands borduurwerk uit de periode 1675-1775’, Handwerken zonder Grenzen, 2 (2001) april, pp. 32-39.
Van der Wal-Bosse, I., Zaans stikwerk en Matelasse, de Bilt (Canteleer) 1976. Het boek Zaans Stikwerk en Matelassé geeft stap voor stap aanwijzingen om zelf Zaans Stikwerk te maken.
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Er staat een foutje in de tekst: De laatste zin onder de kop TECHNIEK : Deze ruimte bedraagt in het Zaans stikwerk drie tot vier millimeter, terwijl deze in het Franse Boutis of Broderie de Marseille veel kleiner is.
Het moet zijn: Deze ruimte bedraagt in het Zaans stikwerk drie tot vier millimeter, terwijl deze in het Franse Boutis veel groter is.
Beste Inge, we hebben de fout aangepast in de tekst! Hartelijk dank voor deze aanvulling! Geld dit ook voor Broderie de Marseille of is dat juist kleiner?