Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Kostbare, decoratieve kasjmier shawls hebben al vanaf het einde van de 18de eeuw in Europa tot de verbeelding van de welgestelde vrouw gesproken. Mooi als losse sjaal, om mee te pronken, of om te verwerken als versiering van een eigentijdse jurk.
Prinses Anna Paulowna wist daar wel raad mee. Van dat moois bleef misschien maar een enkel stuk bewaard. Maar ze liet zich gelukkig wel schilderen met die fijngeweven wollen statussymbolen. Dat is natuurlijk geen keihard bewijs voor een situatie die in het echt heeft bestaan, maar waarschijnlijk geven de geschilderde portretten wel een getrouw beeld van de voorliefde van deze Oranje-prinses voor kasjmier shawls.
Meteen nadat de Oranjes koningen en koninginnen werden, lieten zij officiële portretten schilderen die hun hoge positie moesten weerspiegelen. Al op de vroegste staatsieportretten van de vrouw van koning Willem I, Wilhelmina, onderstreepte de vorstin haar nieuwe status met een losse kasjmier shawl. Ook de dochter van het koninklijk paar, prinses Marianne, werd meer dan eens geschilderd met dit luxe product. Zij volgden het beeld dat de Franse keizerin Joséphine, eerste vrouw van Napoleon en trendsetter bij uitstek, had neergezet. Franse modeprenten, waarop de lichte empire-jurk werd gecompleteerd met een quasi-achteloos om de schouder of over de arm gedrapeerde sjaal, vonden hun weg naar het jonge koninkrijk van Willem I.
De kasjmier shawl, doordrenkt van romantiek en mysterie, was al op het einde van de 18de eeuw een gewild weelde-artikel,1 maar in de periode van het Franse keizerrijk was de kasjmier shawl uit Centraal-Azië een onmisbaar mode-item geworden. Handgeweven met uiterst dunne wol van de pashminageit duurde het soms wel een jaar om een sjaal te vervaardigen. Afzonderlijke delen van de sjaal werden meestal op verschillende weefgetouwen geweven en vervolgens aan elkaar gezet om één volledige sjaal te maken. Sommige sjaals konden een lengte bereiken van meer dan drie meter. De sjaals werden uit India en omringende landen geïmporteerd, maar door de stijgende vraag werden kasjmier shawls ook vervaardigd in speciaal voor de fabricage van kasjmier shawls opgezette ateliers in Frankrijk en Groot-Brittannië. Kenners zullen echt van imitatie hebben kunnen onderscheiden door het gebruik van de grovere wol die in West-Europa voorhanden was en door andere materialen, zoals zijde en soms zelfs katoen.
De welgestelde en modebewuste Nederlander hoefde voor zo’n sjaal niet naar Parijs of Londen, want zij waren ook te koop in de betere winkel in de grote stad.2 En ook in eigen land was men begonnen kasjmier shawls te vervaardigen. In Mechelen, in het zuidelijk deel van het koninkrijk van Willem I, was in 1827 een fabriek opgericht, “bestemd tot het vervaardigen van shawls en casimieren”.3 Twee jaar later brachten de koning en zijn dochter Marianne een bezoek aan de fabriek, waar meer dan 400 arbeiders werkzaam waren.4
Een fervent draagster van kasjmier shawls was koningin Anna Paulowna (1795-1865), vrouw van koning Willem II. Dat deze geboren Russische grootvorstin kasjmier shawls bezat weten wij uit de mededelingen in de kranten over een diefstal in het Brusselse paleis van Willem en Anna Paulowna in 1829. Inbrekers drongen het appartement van de -toen nog- Prinses van Oranje binnen en verzamelden haar juwelen in sjaals die ze daar aantroffen. De Leydse Courant van 30 september 1829 meldt daarover: “Men verzekert, dat er gisteren, in het paleis van H.K. en Keiz. H. de prinses van Oranje, eene diefstal van diamanten en kasemieren shawls is begaan”. Een paar dagen later schrijven de kranten over “turksche shawls”. Niet lang daarna werd in een sloot in de omgeving van het paleis een sjaal teruggevonden die als ‘kostbaar‘ wordt omschreven. Van de prachtlievende Anna Paulowna bleef zover wij weten slechts één kasjmier shawl bewaard (afb.1). De overige bestaan alleen op geschilderde portretten (afb.2).
Vorstelijke dames konden nog een stap verder doen dan hun kostbare kasjmier shawl nonchalant bij zich te dragen als het meest benijdenswaardige accessoire: ze konden van hun sjaal ook een jurk maken. Ook daarin had de in 1814 overleden keizerin Joséphine de toon gezet.5 Tot in de jaren 1830 toonden Parijse modeprenten dat een kasjmier shawl kon worden verwerkt trot een jurk naar Europese snit. Vaker lijkt het te zijn voorgekomen dat zo’n sjaal uit elkaar werd genomen en dat losse delen op een japon konden worden aangebracht als garnering voor een op zichzelf staande jurk. Op een portret van Anna Paulowna uit 1831 zien we de prinses met een blauwe jurk met de voor die tijd kenmerkende schapenboutmouwen (afb.3). Een kostbare kasjmier shawl lijkt te zijn losgehaald; één van de brede randen met grote ‘traan’-motieven is als onderrand op de jurk aangebracht. Smalle randen dienen als garnering van ceintuur, kraag en manchetten. De prinses draagt ook nog eens een losse sjaal over de arm. Waarschijnlijk is hier een uit Centraal-Azië geïmporteerde kasjmier shawl weergegeven,6 of anders mogelijk een in Frankrijk geproduceerde sjaal die daar een imitatie van is. Anna Paulowna toont zich hier als modieuze prinses, die weet wat de Parijse mode dicteert!7
1. Het Britse woord ‘shawl’ is afkomstig van het Perzische ‘Shal’, aanvankelijk in de betekenis van een stuk geweven stof van fijn wol van de geit. John Irwin, The Kashmir Shawl, London 1973.
2. Voorbeeld: in Amsterdam het Magasin de Nouveautés en Shawls en Cachemire, Kalverstraat 145, Algemeen Handelsblad, 13 april 1837.
3. Nederlandsche Staatscourant, 30 april 1827.
4. Auguste de Bruyne, Chronologische Historie der stad Mechelen, handschrift, Stadsarchief Mechelen, V 833-4. De ‘fabriek van kasjmieren sjaals’ bevond zich in de toenmalige Kerkhofstraat (huidige Goswin de Stassartstraat).
5. Op het portret van de keizerin door Antoine-Jean Gros in het Musée d’Art et d’Histoire te Nice is te zien dat zij een tot jurk vermaakte kasjmier shawl draagt over een jurk in empirestijl.
6. In de collectie van het Victoria & Albert Museum in Londen bevindt zich een kasjmier shawl die zeer grote overeenkomst vertoont met de sjaals op het geschilderde portret van Anna Paulowna. De sjaal in het V&A is omstreeks 1830 in Kashmire in het huidige India, vervaardigd, ca 300 x 145 cm; gepubliceerd in John Irwin, The Kashmir Shawl, Londen 1973 (IS.2000-1883).
7. Mogelijk heeft Anna Paulowna ook haar schoonzuster Louise van Pruisen, vrouw van prins Frederik, broer van de latere Willem II, geïnspireerd ook zo’n jurk te dragen. In de collectie van Museum Nysa, Polen, bevindt zich een portret van Louise (daar foutief beschreven als prinses Marianne), omstreeks 1830 geschilderd door Jean Baptiste van der Hulst, waarbij de zittende prinses een vergelijkbare blauwe jurk draagt, versierd met losgehaalde onderdelen van een kasjmier shawl. Over de canapé ligt een kasjmier shawl als losse sjaal.
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Wat interessant om te lezen Paul! Over die kasjmier sjaals is zo veel te vertellen. Een illustratie van hoe kostbaar ze waren kwam ik tegen in La Dame aux Camélias van Alexandre Dumas uit 1844. Marguérite, de dure call-girl, is totaal bankroet en heeft alles moeten verkopen of belenen. Er worden drie dingen genoemd: haar paarden, haar kasjmier (sjaal of sjaals, neem ik aan) en haar juwelen.
… ou sont les chevaux de Marguérite?
– Vendus.
– Le cachemire?
– Vendu.
– Les diamants?
– Engagés.