Vlak bij het Gelderse Laren ligt huis Verwolde, dat in 1919 werd betrokken door Willem Henrik Emile baron van der Borch van Verwolde (1882 – 1969) en zijn vrouw Line barones van der Borch van Verwolde-Voûte (1887 – 1966). Zij drukten een grote stempel op het huidige karakter van huis Verwolde. Talrijke objecten in de collectie van Geldersch Landschap & Kasteelen herinneren aan hen; onder andere kledingstukken uit de kast van Line Voûte. Een van deze stukken zal in deze blog besproken worden.
Het huidige huis Verwolde werd in 1776 gebouwd in opdracht van Frederik Willem van der Borch en zijn echtgenote Sophia Juliana van Rechteren. In de twee daaropvolgende eeuwen bewoonden verschillende generaties van de familie Van der Borch het huis. Pas in 1977 kwam er een einde aan de particuliere bewoning en werd het huis overgedragen aan Geldersch Landschap & Kasteelen. Vijf jaar later opende het zijn deuren als museum voor het publiek.[1]
Het echtpaar Van der Borch van Verwolde-Voûte trouwde op 2 april 1909 in Amsterdam (header). Voûte’s familie kwam oorspronkelijk uit Frankrijk en vestigde zich in de 18de eeuw in Amsterdam als koopmansgezin. Haar familie staat genoemd in het 'Blauwe boekje', oftewel 'Nederlands Patriciaat', een boekenreeks over vooraanstaande, niet-adellijke Nederlandse families die een belangrijke rol spelen of hebben gespeeld in de Nederlandse samenleving.[2] Haar welgestelde achtergrond is weerspiegeld in haar kledingkast. Naast verschillende foto's getuigen een handvol japonnen en jassen van Line Voûte's modebewuste en elegante smaak. Een van de bewaard gebleven stukken is een lichtblauwe zijden avondjapon uit 1908-1914. Op het ingeweven label in de tailleband is het modehuis te lezen: ‘Breveté Redfern Paris'.
Redfern was een van de meest succesvolle en prestigieuze couturiers in de tweede helft van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw. De erfenis van oprichter John Redfern (1819/1820-1895) leefde voort tot ver in de 20ste eeuw: Redfern heeft Charles Poynter Redfern opgeleid, Poynter Redfern heeft Robert Piguet heeft opgeleid en Piguet heeft op zijn beurt Christian Dior opgeleid. Het bedrijf was destijds even belangrijk en invloedrijk als het tegenwoordig veel bekendere 'House of Worth'. De reden voor het grote verschil in bekendheid is het gebrek aan documentatie over Redfern. In tegenstelling tot het 'House of Worth' is er geen bedrijfs- en ontwerparchief bewaard gebleven en blijft de zoektocht naar informatie over Redfern beperkt tot secundaire bronnen.[3]
John Redfern begon zijn carrière als stoffenhandelaar in Cowes op het Engelse eiland Wight. In de loop van de jaren 1860 begon hij met het ontwerpen van reis- en wandelkostuums, later ontwierp hij complete garderobes. Rond dezelfde periode sloten twee van zijn zonen aan bij het bedrijf dat vanaf dat moment bekend stond onder de naam 'Redfern and Sons'.[4] Het nabijgelegen Osbourne House, landhuis van koningin Victoria, resulteerde in klanten uit het Britse koningshuis. Dit had een sneeuwbaleffect tot gevolg: met name door de klandizie van prinses Alexandra, schoondochter van koningin Victoria, groeide de aandacht en bracht grote aantallen klanten en opdrachten. Vanaf 1873 werd 'Redfern and Sons' in bijna elke uitgave van 'The Queen', voorloper van 'Harper’s Bazaar', genoemd. Dit droeg doorslaggevend bij aan het succes van het bedrijf dat hierdoor in 1876 kon uitbreiden. Eerst verhuisden zij naar een groter pand in Cowes, vervolgens openden verschillende takken in andere steden en het buitenland. Binnen vijftien jaar richtten 'Redfern and Sons' vestigingen op in Cowes, Londen, Edinburgh, Manchester, Parijs, Nice, Aix-les-Bains, Cannes, New York, Chicago en Newport.[5]
In 1881 opende op de Rue de Rivoli in Parijs de eerste vestiging in Frankrijk onder leiding van Charles Poynter (1853-1929), die de naam Redfern aannam. In Parijs domineerde 'House of Worth' op dat moment de couture-wereld. Dankzij succesvolle marketingstrategieën kon Poynter Redfern echter uitgroeien tot een van de belangrijkste modehuizen, die kon concurreren met 'House of Worth'.[6]
Tot de prestigieuze clientèle van Redfern hoorden voor de Eerste Wereldoorlog niet alleen verschillende leden van het Britse koningshuis, maar ook: keizerin Eugénie van Frankrijk, koningin Nathalie van Servië, en talrijke leden van het Duitse keizerhuis, het Deense koningshuis en de Russische tsarenfamilie.[7] Vanaf 1895 mocht Redfern zich hofleverancier van Koningin Victoria en Koningin Emma noemen.[8] Met deze reputatie is de keus van de jonge barones voor een Redfern japon voor de hand liggend. Toen zij de japon droeg was zij halverwege of eind twintig en net getrouwd.
Karakteristiek voor Redfern japonnen is de simpliciteit van het ontwerp maar met een perfecte pasvorm, hoogwaardige materialen en een nauwkeurige afwerking met aandacht voor details. De stoffen die zij gebruikten waren vaak exclusief voor het bedrijf geweven. Verder is vaak een contrast in kleur van de japon en de voering terug te zien in Redfern-modellen.[9] Vanaf 1906 hebben ontwerpen van Poynter-Redfern rok in prinsessenlijn en een hoger zittende taille.
Dit laat de opkomende, hernieuwde interesse in de empirestijl zien en voorspelt de herinterpretatie van de empirestijl in de ontwerpen tot aan de Eerste Wereldoorlog. Vanaf 1908 werd de radicaal vernieuwende ontwerper Paul Poiret (1879-1944) hiermee beroemd en kon na de dood van Charles Worth in 1895 als eerste weer in concurrentie treden met Redfern, die de leiding couturewereld had overgenomen.[10]
De avondjapon van Line Voûte toont deze kenmerken. De japon is hoofdzakelijk gemaakt van blauwe zijde met een ingeweven patroon van fluwelen bloemen en bladeren. Het asymmetrische ontwerp speelt met het contrast tussen materialen en kleuren. De voering en onderlaag van de japon bestaan uit crèmekleurige zijde. Deze is zichtbaar onder de kanten mouwen, het decolleté en de split aan de achterkant van de rok. De halslijn en de randen van de lichtblauwe panden zijn afgezet met parels.
De taille heeft een contrasterende donkerblauwe, fluwelen riem. Aan de achterkant zit een hoge split in de blauwe panden, die halverwege samengehouden wordt door een donkerblauwe, fluwelen bloem. De rechterzijde loopt uit in een puntvormige sleep met aan het einde een lus voor om de vinger. Op de hoogte van de sleep is de crèmekleurige voering verzwaard met kleine gewichten om het decorum te bewaren als de sleep opgetild wordt.
In 1912 publiceerde de Franse modetijdschrift 'Les Modes' een avondjapon met een vergelijkbare constructie.
De binnenkant van de japon toont de nauwkeurige afwerking van de laatnegentiende-eeuwse kleermaker. De lange naden zijn machinaal gemaakt, terwijl de afwerking en de details met de hand zijn genaaid. De zoom van het lijfje is niet omgeslagen maar met een kartelschaar afgewerkt.
Redfern adverteerde regelmatig dat de ontwerpen na voltooiing van een opdracht vernietigd werden om op deze manier duplicaten te vermijden. Deze belofte was ongetwijfeld heel aantrekkelijk voor de klant die een uniek kledingstuk wilde dragen, maar betekent voor de 21ste-eeuwse onderzoeker helaas dat er geen ontwerptekeningen bewaard zijn gebleven – ook niet van deze japon van Line Voûte.[11]
Header: Huwelijksfoto van Willem Henrik Emile baron van der Borch van Verwolde en Line Voûte, 1909, collectie Geldersch Landschap & Kasteelen, foto: Geldersch Landschap & Kasteelen
[1] Bierens de Haan, J.C. & Jas, J.R., Verwolde, huis en tuin, Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen 2006.
[2] Stichting Nederland's Patriciaat, Nederland’s Patriciaat, nr. 8, Den Haag 1917, pp. 392-402; Nederland’s Patriciaat, nr. 67, Den Haag 1983, pp. 420-482.
[3] Cole, Daniel James, “Heritage and Innovation: Charles Frederick Worth, John Redfern, and the Dawn of Modern Fashion,” in: Annual Journal of the IFFTI 2011.
[4] In 1892 wordt het bedrijf een corporatie onder de naam ‘Redfern Limited’.
[5] North, Susan, “John Redfern and Sons, 1847 to 1892,” in: Costume (42) 2008, pp. 145-168.
[6] North, Susan, “Redfern Limited, 1892-1940,” in: Costume (43) 2009, pp. 85-108.
[7] North, Susan, op. cit. (noot 6).
[9] North, Susan, op. cit. (noot 6).
[10] North, Susan, op. cit. (noot 7).
[11] North, Susan, op. cit. (noot 6).
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie