Na het afstuderen in 1972 aan de modeafdeling van de kunstacademie in Arnhem, runde RAVAGE met vrienden een aantal jaren de eerste Nederlandse Mode Galerie in Arnhem alvorens naar Parijs te vertrekken. De Parijse dynamiek inspireerde het nog jonge RAVAGE en zorgde ervoor dat ze hun eigen signatuur en werkwijze konden ontwikkelen.
Gedurende hun carrière verwierven ze een geheel eigen plek in de wereld van de internationale mode, design en autonome kunst. Zo ontwikkelen ze al ruim 30 jaar trendboeken op het gebied van mannenmode voor het forecastingbureau Trend Union, dat Lidewij Edelkoort samen met RAVAGE heeft opgericht.
Ravage heeft nog steeds links naar de Arnhemse Mode Academie. Sinds vele jaren nemen zij studenten als stagiaires of assistenten aan. Ze leren hen de fijne kneepjes van het vak, maar krijgen ook levenslessen mee die veel verder gaan dan creatie en inspiratie. De stage, 'Stage Chez Ravage', heeft de afgelopen jaren bekende namen opgeleverd die nu gevestigd zijn in de Nederlandse mode- en designwereld, zoals o.a. Viktor & Rolf (ArtEZ) en Job Smeets (Studio Job) (Design Academy Eindhoven).
“Sinds we samen op de kunstacademie zaten, kennen wij elkaar al vijfendertig jaar. Een heel leven al. In deze periode heb ik het oeuvre van Ravage zien ontstaan en heb ik een droom tot werkelijkheid zien worden en het luchtkasteel zien materialiseren. De ontmoeting van twee talentvolle blonde langharige mannetjes heeft geleid tot een ongekende saamhorigheid en versmelting en het ontstaan van een heel eigen idioom om steeds opnieuw dezelfde verhalen iets anders te vertellen. Verhalen van oorlog en vrede, slachtoffers en dictators, oude juffers en jonge kerels, gekroonde hoofden en opgeblazen burgers, gelauwerde officieren en gezwachtelde soldaten.
Nooit zal ik ons eerste diner in Parijs vergeten vlak onder de grijze daken in het hart van de stad, een kamer en suite uit enkele meidenkamers. Het waren onze romantische arme jaren waarin we nagenoeg geen geld verdienden en iedere centiem moesten omkeren. Enkele jaren later werd Parijs saai en ingeslapen en begon ik uit eigen zelfverdediging een salon.
Ook Ravage liet hier werk zien met door Rameckers bedachte kartonnen curieuze objecten en door Van Geuns ontworpen kartonnen sieraden inclusief een tiara een koninklijke hoogheid waardig. Deze schetsobjecten staan model voor het werk van Ravage en gaven reeds aan dat dit werk noch gaat over zin in decoratie, noch over dwang tot naratie. Centraal staat de grenzeloze fantasie en de zin om te creëren. Zonder grote zorg voor morgen, het ganse bestaan in het licht van de improvisatie.
Zo gaan ze van grafisch zwart/wit, na potloodschets, naar symbolisch rood met goud dat altijd klaar ligt om een warme uitstraling en luxe te suggereren. Keramiek en brons zorgen voor de derde dimensie. Langzaam wordt zo de kartonnen schets uit het verleden werkelijkheid, wordt de krabbel een schilderij, het keramiek tot een sculptuur en de textiel een oeuvre.
Door Arnold wordt dag in dag uit, één tekening gemaakt als een sportieve discipline, terwijl Clemens dossiers voor de modesector voorbereidt. Dag in dag uit wordt opnieuw koers gezet op zoek naar nieuwe impulsen: het huis aan zee, de trouwe hond, de oude vriendin, de feestelijke opera, de gekke geit, de compacte pony, de toegewijde zuster en wellicht binnenkort een ezel.
Familie en vrienden maken onlosmakelijk deel uit van het gezellige bestaan, werden ingezet voor taken en onthaald op uitgebreide diners. Het luchtkasteel wordt een kasteel in Normandïe, een gesamtkunstwerk van Ravage waar de onafhankelijke creatieve geest nog eigenzinniger en curieuzer wordt en waar het eindelijk duidelijk wordt dat alleen het autonome creatieve proces het plezier is van het leven. Het grove zeezout van het bestaan. Het is aan ons bewonderaars, bezoekers en verzamelaars om iets te proeven van dit ongebreidelde creatieve genie. Om even deel te zijn van de droom”.
- Lidewij Edelkoort
In de Eindhovense lente van 1993 werd ik door hoofden Lidewij Edelkoort en Liesbeth in ‘t Hout ‘officieel ontboden’ in de kantine van de academy. Een kort gesprek met vonnis: “ Gij, Jobje Smeets, wordt veroordeeld tot 1 jaar Parijs. Op stage bij Ravage! Eerlijk, veel verder dan Budel aan Zee was ik nooit geweest, maar ik had wel als 18-jarige plichtig het vaderland gediend en met volle bepakking en Uzi door de modder richting USSR getijgerd.
Wie zijn RAVAGE? Kunstenaars? Mode Ontwerpers? Designers? Chaoten? Begin jaren negentig, (na)dagen van het post-modernisme, was alles mogelijk hoewel in Nederland reeds een straffe, droge wind waaide. Waarom wilden mijn docenten dat ik daarheen ging? Het was letterlijk het tegenovergesteld tot de strenge mantras over goede smaak, orde en functionalisme die in de lokalen van de Academy eindeloos opgedreund werden.
Vanaf najaar 1994 raast de TGV direct van Amsterdam naar Parijs, maar in de zomer van 1993 stond ik op station Roosendaal voor de boemeltrein naar Parijs. Enkele reis richting beroemde artiesten met bizarre naam. Gebracht en uitgezwaaid op het oude perron door de ouders + oma (het was een zondag) als uit een scene uit Heimat van Edgar Reitz. Nerveus met gel in het haar, netje kleertjes en een sjaaltje. Aan een arm hing een zware, jaren zeventig, koffer.
De conducteur maakte al een fluitsignaal toen mijn vader een goudkleurige bankpas in mijn vrije hand drukte: “voor noodgevallen” knipoogde hij en ik knipperde blij terug. Het moment dat ik Gare Du Nord binnen gleed was alles anders. De vogels, de hemel, het geluid, de kiezels tussen de rails en mijn koffer…. Nooit eerder gezien.
De gevel van het pand aan Rue Parmentier is bekleed met ornamenten. Dikke zwarte lijnen in zigzag en golfvorm. Centraal geplaatst telkens een grafische silhouette van een godinnen hoofd met zeer platte neus. Bij de moderne glazen deur hangt een messing intercom met het woord RAVAGE gegraveerd. De bel zegt: “DingDong!” Een stem zegt: “Qui?”. “Heu, bonjour madame, je m’appelle Job Smeets et je suis ici pour mon stage….. ‘Attend’! De dubbele deur gaat langzaam open.
Tegelijk ontluiken licht en geluid vanuit de achterliggende ruimtes. Schuchter stel ik me voor aan een keurige Franse receptionist terwijl spiek ik over haar schouder naar een dynamisch spel van zeer hippe mensen die hectisch communiceren in verschillende talen. Telefoons rinkelen ongeduldig en twee faxen braken simultaan brede slingers van geprint papier uit.
In de eerste ruimte zie ik twee zwart bebrilde jongens aan een grote tafel vol met slordig uitgescheurde pagina’s van tijdschriften. Ze lijken verveeld of moe, maar toch loop ik op ze af. “Hallo”, ik ben Viktor zegt de een. “Hoi”, ik ben Rolf zegt de ander. In de hectiek van dit avant garde schouwspel werd mij meteen duidelijk dat ik mijn stijve Nederlandse jas voorlopig aan de kapstok hangen moest. In Parijs was zeker geen tijd voor gezeur en bij RAVAGE was ik zo bleu een gilde leerling.
Die eerste ontmoeting met de hoofdrolspelers Arnold en Clemens ging daarom over ZIN hebben. De zin om te creëren. Zin om te acteren in je eigen scenografie. Zin in de knepen van het vak en haar zogenaamde heilige huisjes. Zin om je eigen identiteit te ontplooien en vooral ‘expressief’ te verbeelden. Zin om je abstracter uit te drukken dan alleen in taal. Dat alles voelde als een nieuwe horizon met frisse wint en een warme zon.
Ik weet nog steeds niet precies waarom maar ik werd volledig opgenomen in de RAVAGE family. Wij deelden door de jaren werk, vakanties, diners, joints en heel veel vriendschap. De contouren van onze levens zijn inmiddels veranderd, maar zelfs een kwart eeuw later loop ik stiekem nog steeds stage bij RAVAGE.
“You can check out any time you like, but you can never leave!”
- Job Smeets
In december 1992 verhuisden wij vlak na onze studie aan de kunstacademie van Arnhem naar Parijs. Daar begonnen we aan ons eigen merk te werken. Hoewel we in 1993 de hoofdprijs wonnen van de internationale modewedstrijd in Hyères (Salon Européen des Jeunes Stylistes), hadden we ook gewoon geld nodig om van te leven en werken.
We konden allebei tegelijk aan de slag bij Nol en Clemens in hun studio in het 11e arrondissement. Overdag liepen we van ons mini-appartementje naar het kantoor van Ravage, en in de avond werkten we aan onze eigen collecties. In het begin waren we de enige werknemers, maar gelukkig kwam Job Smeets (die later Studio Job zou oprichten) daar na korte tijd bij. We zijn nog steeds goed bevriend.
Wat we ons het best herinneren zijn de Franse lunches met Nol en Clemens in steeds hetzelfde restaurantje om de hoek. Verder was het intrigerend en inspirerend om te zien hoezeer Nol en Clemens gericht waren op de façade: voorwerpen leken antiek, maar bleken van dichtbij kartonnen modellen, door Nol met 18e eeuwse taferelen beschilderd; de ruimte naast het kantoor waar allerlei Ravage voorwerpen stonden uitgestald leek net een winkel, alleen was hij nooit open; wij werkten aan trendboeken met trends die nooit echt kwamen.
Maar wat er àltijd was, was een groot gevoel van joie de vivre: dat voelden we als de deur openging en Nol zwierig ging schilderen, en in vijf minuten de mooiste dingen op papier kreeg, en als Clemens aan de telefoon het ene verhaal na het andere vertelde. Wat we toen nog niet begrepen maar nu wel: Nol en Clemens zijn meestergenieters, met een groot talent om van het leven te genieten.
Wij zijn zelf niet de luchtigste types, en we vergeten nooit dat zij tegen ons in onze soms sombere buien zeiden: 'maar jullie hebben er nú al geen Zin meer in?! Wij hebben altíjd Zin met een grote Z! Máák Zin'. Nog steeds een belangrijke levensles.
- Viktor & Rolf
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie in samenwerking met uitgeverij Lecturis met de titel: RAVAGE Illustre Inconnu. Bovenstaande teksten zijn hier (deels) in opgenomen. In de tentoonstelling is veel archiefbeeld te zien en afbeeldingen verdeeld in hoofdstukken tonen in welke disciplines RAVAGE zich heeft begeven. De publicatie is een naslagwerk dat terugblikt, inspireert en bovenal beeldend is, maar tevens de lezer informeert en inzicht geeft in het Ravage universum aan de hand van inhoudelijke reflecties en zo een uniek tijdsdocument vormt.
RAVAGE Illustre Inconnu is verkrijgbaar in de museumwinkel van Museum Arnhem en o.a. bij boekhandel Athenaeum Boekhandel in Amsterdam.
De tentoonstelling RAVAGE. Spelenderwijs | mode, kunst, design is van 27 mei 2017 t/m 15 oktober 2017 te zien in Museum Arnhem.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie