Vooral de tweede helft van de negentiende eeuw kent een opmerkelijke rouwcultuur. Hoe men zich dient te kleden en gedragen ligt vast in rouwgebruiken. De kleur om in te rouwen is en was zwart, voor zowel de hoge als de lagere standen.
In de late negentiende eeuw bestaan er speciale winkels die voor begrafenissen en de rouwperiode bestaande kleding zwart verven. Indien men het zich echter kan veroorloven wordt nieuwe kleding aangeschaft. Er kan, hoeveel verdriet er ook was, modieus en in stijl gerouwd worden. In modebladen wordt aan de rouwkleding voor welgestelde dames veel aandacht besteed. Een etiquetteboek meldt: 'let op, de wereld oordeelt juist wat rouw betreft, streng! Willekeurige beperking baart opzien'. Modellen van de japonnen volgen de mode op de voet, maar zijn in het zwart en aangepast aan de rouw.
Niet alleen de japon moet in het teken van de rouw staan, ook alle accessoires, schoenen, waaiers, oorbellen, kettingen, kousen en handschoenen zijn hier op afgestemd. Het is een kostbare aangelegenheid geweest. De directe naasten kennen een periode van zware rouw, waar een periode van lichte rouw op volgt. Het zwart wordt dan vervangen door grijs en bepaalde stoffen zijn weer toegestaan.
Hoewel zwart snel wordt geassocieerd met rouw, wordt er tot halverwege de twintigste eeuw ook heel veel getrouwd in stemmig zwart. Het is zelfs heel gebruikelijk om de zwarte japon die gedragen was bij het huwelijk, ook te dragen bij speciale kerkelijke feesten, andere 'deftige momenten' en in tijden van rouw.
Annemarie den Dekker, Rijk Gekleed; Van doopjurk tot baljapon 1750-1914, Amsterdam, 2006, p. 92.
In dit artikel zijn termen gelinkt die voorkomen in het lexicon van mode ABC.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie