Hoofd- en schouderdoek (huipil de tapar)

Een huipil de tapar uit handgesponnen wit katoen. De huipil werd in 1958 door Bodil Christensen in Pinotepa de Don Luis gekocht. De huipil de tapar is een hoofddoek gemaakt uit een rechthoekig doek gemaakt uit twee of drie aan elkaar genaaide delen. De huipil de tapar wordt voornamelijk gebruikt om het hoofd, de schouders en de borst mee te bedekken. De Huipil de tapar heeft in de regel de uiterlijke karakteristieken van een huipil maar wordt op het hoofd gedragen en op een bepaalde manier om de borst, armen en schouders gedrapeerd. Het kledingstuk wordt vaak onder een arm vastgezet alsof het een wikkeldoek zou betreffen. De vier banen waaruit deze huipil de tapar geweven zijn, zijn aan elkaar genaaid met veelkleurig 'randa' stikwerk. De huipil is versierd met geometrische patronen die op de huipil geborduurd zijn met veelkleurig garen (rood, groen, geel, paars, roze, wit). De decoratie bestaat uit paarse geweven strepen en veelkleurig geborduurde patronen. Bij de huipil de tapar hoort een bijbehorende wikkelrok 5075-41. Motieven [voor illustratie] ; Geo-Ar-C-1 (pijlenmotief);Geo-Ar-C-2 (pijlenmotief);Geo-O-B-1 (geometrisch combinatie);Geo-O-B-3 (geometrisch combinatie);Geo-Tr-D-1 (driehoekmotief)