Herinventarisatie Jacoba: Huisjak van wit katoen, met geborduurde randen in wit. Voor openvallend, pli-Watteau en lange schoot. De voor- en achterpanden lopen door in de lange schoot en tot de...
Herinventarisatie Jacoba: Huisjak van wit katoen, met geborduurde randen in wit. Voor openvallend, pli-Watteau en lange schoot. De voor- en achterpanden lopen door in de lange schoot en tot de zijnaden. De achterpanden met de rugplooi zijn van onversierde katoen; de voorpanden zijn van katoen met een geborduurde rand. Zij zijn zo ingevouwen over de schouder in twee diepe plooien dat de bovenste plooi het randornament toont en tevens een sierrand vormt langs de openvallende voorkant van het jak. Vanaf de schouder is deze sierrand in een V-vormige halslijn gevouwen en loopt van daar in een rechte lijn tot de zoom. De niet-zichtbare zijkanten van de plooien zijn vastgehecht op het linnen voeringlijfje, maar de twee zichtbare vouwen vallen los van schouder tot zoom. Onder de zijnaad is de schoot in twee diepe plooien met zijsplitten vastzet. De rechte mouwen tot op de elleboog zijn op de schouder onder de vouwen ingerimpeld ingezet. De mouwen hebben een achter lang afhangende manchet, gevormd door een brede rand met het borduurwerk, toelopend in drie zeer smalle vouwen, die zijn vastgenaaid op de mouw. De manchetten zijn uit veel kleine stukken met borduurwerk samengesteld. Het lijfje en de mouwen zijn gevoerd met wit linnen; op de rug aansluitend; voor twee smalle randen los met nestelgaatjes. De schoot is ongevoerd. Gemaakt uit oudere stof. De geborduurde randen en de wijze waarop ze in het jak zijn verwerkt geven aan dat ze oorspronkelijk bedoeld waren voor een ander kledingstuk, mogelijk een contouche, een vanaf de schouders los en wijd vallende négligéjapon. Niet duidelijk is of de stof inderdaad eerder is gebruikt, want er zijn geen oude naaisporen te vinden. Het kan ook zijn dat de voorgeborduurde lap niet eerder werd vernaaid. De katoen is onder de sierranden en vóór het borduren verstevigd met wit linnen. Het borduurwerk vormt een lange slingertak met bloemen en blaadjes, die onderaan breed is en naar boven steeds smaller toeloopt. Langs de voorpanden van het jak is het borduurwerk weliswaar mooi symmetrisch verwerkt, maar bij het invouwen zijn grote delen van het ornament weg gevouwen. Het goed zichtbare, afhangende deel van de manchetten bestaat uit twee aan elkaar genaaide randen. Verder vertonen de manchetten veel kleine stukjes borduurwerk. De smalste uiteinden van de geborduurde slingerlijnen zijn nu te zien in de vouwen op de elleboog.
Inventariskaart Lakenhal: Damesjak van geapprêteerd linnen. V-vormig decolleté, openvallend van voren. Lange schoot. Vanaf de schouders losse plooien die naar voren vallen. Zijachter op de heupen sterk geplooid met zijsplitten (ruimte voor paniers). Achterhals is vierkant uitgesneden. Pli-Watteau. Halve mouwen met een brede afhangende strook stof, die breder wordt naar onderen toe. Langs de vooropening en de losse strook bij de mouwen is de stof versierd met wit linnen borduurwerk in bloem- en bladmotieven. Voering lijfgedeelte van wit linnen, met een los voorlijfje dat met een vetersluiting sluit.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie