Ivoorkleurige jurk met pastelkleurige bloemen

Madeleine Vionnets uitvinding om stof in schuindraad te knippen werd tijdens de jaren 1930 veelvuldig gekopieerd. Deze snit gaf het materiaal elasticiteit lang voordat de lycra werd uitgevonden. Zo kwamen borsten, taille en heupen weer tot hun recht, want de stof nam de lichaamsvorm aan. Avondjurken waren meestal lang en liepen tot aan de zoom in natuurlijke plooien uit. Dit is ook het geval bij deze ivoorkleurige jurk bedrukt met pastelkleurige bloemen. De jurk heeft in voorste en rug hoekige incrustaties onder de borst en op de heupen. De korte mouwen zijn aangeknipt met openingen boven op de arm. Vanuit de schouders loopt een lint dat langs de welving van de taille in de rug geknoopt wordt. Onder de jurk wordt een onderjurk gedragen. Als gevolg van de schuindraadtechniek is een rits overbodig.