Jas

Deze handgeweven witte kofte (jas) van grofgeweven wollen stof , was de alledaagse zomerkleding voor de Saami in de negentiende eeuw. De kofte wordt over het hoofd aangetrokken. De enige versieringen zijn de rode en blauwe ingenaaide randen. Deze versieringen werden spaarzaam toegepast, omdat de gekleurde stof duur was en lastig te verkrijgen. De stof werd verkregen uit de handel. Sinds de zeventiende eeuw werd laken (wollen stof) uit Vlaanderen en Engeland geïmporteerd in de kleuren groen, rood, blauw en zwart. De mooiste stof kwam uit Engeland en was rood of purper van kleur. Armere Saami droegen een jas van witte of grauwe ongebleekte wol zoals de Zweedse boeren. Deze stof was goedkoper en werd waldmar (of vallmar of vadmel in het Noors) genoemd. De rijkeren konden zich andere kleuren veroorloven. In die tijd moet aan de kleding de welstand af te lezen zijn geweest, later is dit verschil min of meer verloren gegaan. Later verscheen militaire lakense stof op de markt in de kleur blauw. Deze stof kreeg uiteindelijk de overhand, vermoedelijk omdat hij goedkoper was (door de grote vraag en aanbod vanuit het leger). Op feestdagen droegen de vrouwen een kofte van fijnere wollen stof gecombineerd met zilveren borstsieraden (krakka) Tegenwoordig, begin 21ste eeuw, zijn deze kofte blauw of zwart van kleur, is het kledingstuk aan de achterzijde veel meer geplooid en getailleerd en rijkelijk versierd met kleurige textielbanden.