De ronde kap, wordt gedragen door de vrouw vanaf haar 16e jaar. Na 1900 is deze kap steeds kleiner geworden en daarmee namen ook de maten van de onderdelen af. Hoe groter de kap, des te ouder. De...
De ronde kap, wordt gedragen door de vrouw vanaf haar 16e jaar. Na 1900 is deze kap steeds kleiner geworden en daarmee namen ook de maten van de onderdelen af. Hoe groter de kap, des te ouder. De oudere kap heeft minder plooien in de kruin. Rond 1965 wordt de ronde kap niet meer gedragen. De volwassen vrouw draagt vanaf die tijd het meisjesmutsje. De kap als laatste over alle andere onderdelen gezet, wordt; bij voorkeur gemaakt van een stuk glasbatist met een strook mooie kant aan de onderzijde. De dunne batist doet de rode banden, de zwarte bandjes en vernaaide linten mooi doorschijnen. In; de rouw is de vorm van de fijne kap dezelfde, maar i.p.v. het fijne kappegoed, wordt er een minder door- schijnende of geheel ondoorschijnende katoen gebruikt. De dichtheid van de stof maakt dat de onderliggende delen niet zichtbaar zijn. Men spreekt dan niet meer van de fijne kap maar van de dikke kap. Ook het kant is minder verfijnd. Bij hele zware rouw wordt er zelfs nog een ondermuts over het geheel opgezet. Fijne kap. Onderdeel ronde kap, strook witte batist, doorschijnend, achterzijde striknaad en klein splitje, de voorrand verbreed met reepje kloskant aan de uiteinden. Afgeschuind, met belegsel en twee trensjes voor keelband, bij de kruin plooitjes ingevouwen en vastgezet, in opening een genaaid netje. De ronde kap, wordt gedragen door de vrouw vanaf haar 16e jaar. Na 1900 is deze kap steeds kleiner geworden en daarmee namen ook de maten van de onderdelen af. Hoe groter de kap, des te ouder. De oudere kap heeft minder plooien in de kruin. Rond 1965 wordt de ronde kap niet meer gedragen. De volwassen vrouw draagt vanaf die tijd het meisjesmutsje.; De kap als laatste over alle andere onderdelen gezet, wordt; bij voorkeur gemaakt van een stuk glasbatist met een strook mooie kant aan de onderzijde. De dunne batist doet de rode banden, de zwarte bandjes en vernaaide linten mooi doorschijnen. In; de rouw is de vorm van de fijne kap dezelfde, maar i.p.v. het fijne kappegoed, wordt er een minder door- schijnende of geheel ondoorschijnende katoen gebruikt. De dichtheid van de stof maakt dat de onderliggende delen niet zichtbaar zijn. Men spreekt dan niet meer van de fijne kap maar van de dikke kap. Ook het kant is minder verfijnd. Bij hele zware rouw wordt er zelfs nog een ondermuts over het geheel opgezet.De ronde kap, wordt op Marken gedragen door vrouwen vanaf zestien jaar. Na 1900 werd deze kap steeds kleiner, waardoor ook de onderdelen kleiner werden. Hoe groter de kap, des te ouder deze dus is. Vanaf ongeveer 1965 wordt de ronde kap niet meer gedragen. Volwassen vrouwen droegen vanaf die tijd het meisjesmutsje. De fijne kap, die gemaakt is van doorschijnende batist met een stukje kloskant aan de voorzijde, werd als laatste over alle andere onderdelen heen gezet. Door de dunne batist heen schemerden de rode banden, de zwarte bandjes en de vernaaide linten mooi door. Deze kap werd gedragen als men uit de rouw was.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie