Katoenen wikkelrok met zeewier, zeedieren als vissen en garnalen, en vlinders

 

Een doek, typisch voor Noordkust batiks, met zeewier (ganggeng), vissen, garnalen, maar ook vlinders. Aan beide uiteinden zitten halve kepala ('hoofd'), vandaar de term kain panjang kepala tumpal....

Objectnummer
TM-5663-538
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
ca. 1880
Herkomst
Sumatera

Een doek, typisch voor Noordkust batiks, met zeewier (ganggeng), vissen, garnalen, maar ook vlinders. Aan beide uiteinden zitten halve kepala ('hoofd'), vandaar de term kain panjang kepala tumpal. Tumpal verwijst naar de rij driehoeken. Ze zijn gevuld met florale motieven en vogels. Ganggeng is een typisch Pasisir motief, dat verwijst naar vruchtbaarheid en regeneratie (Heringa, 1996). De kain panjang was de officiele dracht aan de vorstenhoven van Midden-Java en van de aristocratie elders. Mannen dragen deze doeken anders dan vrouwen en de wikkelwijze hangt af van de sociale status van de drager. Kain panjangs met halve kepala werden vroeger gedragen door vrije vrouwen, terwijl slaven een sarung droegen met een complete kepala in het midden van de badan (van Hout, 2001). In Lasem was een groot deel van de batik voor de export naar Sumatra bestemd. De batikproduktie was grotendeels in handen van de Indo-Chinese Peranakan (van Hout, 2001). Ook deze doek was bestemd voor de export, naast de lokale markt.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie