Schouderdoek van geweven katoen

 

'Bolean' is de Toba-Batakterm voor een soort wilde, zwarte vogel (van der Tuuk 1861:393; Van der Tuuk transcribes the Batak characters with 'bolayan'). Waarschijnlijk heeft de naam te maken met de...

Objectnummer
TM-A-5154
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1852-1857
Herkomst
Tapanuli Utara (regentschap)

'Bolean' is de Toba-Batakterm voor een soort wilde, zwarte vogel (van der Tuuk 1861:393; Van der Tuuk transcribes the Batak characters with 'bolayan'). Waarschijnlijk heeft de naam te maken met de donkere, indigoblauwe, bijna zwarte kleur van de doek. Kenmerkend voor de doek zijn de smalle, effen zijbanen en strepen in het middenveld. Het arrangement van de strepen in het middenveld is anders dan bij de doek die 'surisuri' wordt genoemd en toont ook wat variatie. Belangrijkste zijn de 'honda' of de voornaamste strepen, meestal minder dan 10, die gelijkmatig over het middenveld gedistribueerd zijn. Tussen de voornaamste strepen zijn meestal drie tot vijf kleine strepen geweven ('hau'), enkele doeken hebben geen kleine strepen tussen de grote strepen ('bolean silobang'). Deze doek is zeer ongewoon vanwege de aanwezigheid van meerdere kleine strepen tussen de hoofdstrepen. Hij heeft eigenschappen van de Karo-Batak 'roncaronca' doek. Sipaholon ligt echter buiten de gangbare handelsgebieden met Karo. Omdat het ontwerp afwijkt van zowel de 'roncaronca' als de 'bolean' heeft deze doek misschien een andere (onbekende) naam. De 'bolean' dient als schouderkleed voor mannen en vrouwen. De doek kan ook gebruikt worden om een lijk af te dekken bij een begrafenisritueel ('saput'). Soms wordt de bolean als een draagdoek voor een kind gebruikt. In deze functie heet de doek 'parompa'. De Karo variant van deze doek heet 'teba', het Karowoord voor 'Toba'. Er zijn echter verschillen tussen de Karo 'teba' en de Toba 'bolean' waardoor ze als twee verschillende soorten mogen worden beschouwd.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie