Vrouwenceintuur

Deze faja komt uit de Mixteca Alta, uit het dorp Nuyoo. Irmgard Johnson Weitlaner kocht de faja rond 1968. De ketting is opgesteld uit handgesponnen wit katoen, oranje, roodbruine en fuchsiakleurige wol; de inslag uit roodbruine wol. Door middel van kettingribweefsel geweven met aan de zijkanten 1 cm breed strepenpatroon. Het centrale gedeelte is in patroonweefsel geweven door middel van flotteringen. Hier zijn in fuchsia op een fuchsia-witte ondergrond geometrische patronen en letters geweven. Aan een uiteinde zijn de kettingdraden in vier strengen gevlochten. Vanaf de jaren 60 worden letters en cijfers steeds meer als decoratieve elementen gebruikt. Dit fenomeen getuigt van de alfabetiseringscampagnes die van overheidswegen rond deze periode in deze afgelegen gebieden werden ingezet. Meestal zijn het geen volledige woorden die gespeld worden het merendeel van de textielproducenten zijn vrouwen, zij kregen meestal niet de kans veel langer te studeren dan de eerste twee of drie jaar van de lagere school. MOTIEF [voor illustratie]: Alp-A-2 (letter);Alp-C-1 (letter);Alp-L (letter);Alp-S-2 (letter);Alp-T-1 (letter);Alp-V (letter)-1;Alp-V (letter)-2;Alp-Z-1 (letter);Geo-Cr-C-1 (kruismotief);Geo-Di-B-5 (ruitmotief);Geo-O-C-1 (geometrisch combinatie)0;Geo-Sq-A-1;Geo-Sq-A-1;Geo-Wa-A-2 (golfmotief)