Rond 1900 was kant alomtegenwoordig in de damesmode. Hoewel een groot deel van de kantproductie reeds machinaal gebeurde, bleef er interesse voor handgemaakte kant vanuit de bovenlaag van de samenleving – de burgerij en aristocratie. Een japon volledig vervaardigd uit handgemaakte kant was dus een echt statussymbool.
Tegenwoordig kan je met kerst je eigen outfit bepalen. Dat was vroeger wel anders; strenge (maar wel heerlijk duidelijke) voorschriften bepaalden hoe je feestelijk voor de dag moest komen.
Positiekleding voor zwangere vrouwen bestond in de 18de eeuw nog niet. Vrouwen moesten daarom regelmatig hun bestaande kleding vermaken om extra ruimte te kunnen geven aan hun groeiende buik. Wie goed kijkt kan soms de sporen daarvan nog in kleding vinden.
Onder 19e-eeuwse japonnen gingen heel wat lagen onderkleding. Het ondergoed zorgde er niet alleen voor dat de bovenkleding schoon bleef, maar ook dat het voorzien werd van het modieuze silhouet.
Een veelvoorkomend symbool leidt tot een rijke ontdekkingstocht. De hoorn des overvloeds staat op veel batiks afgebeeld, maar waarom eigenlijk? Wat is de oorsprong van dit symbool en wat zegt het over het vaderlands verleden?
Na de introductie van sits op de Europese markt zijn de oorspronkelijke lichte, glanzende katoenen stoffen uit India onderhevig geweest aan een eeuwenlange culturele uitwisseling van Europese smaak en Indiase productiemethoden. (Also available in English.)
In 2014 bezocht Tom van Deijnen, bekend als Tom of Holland, het depot van het Fries Museum in Leeuwarden. Op zijn blog schrijft Tom over brei- en stopwerk dat hij toepast in eigen ontwerpen. Tijdens dit bezoek kon hij voor het eerst de objecten in het echt bekijken.
"Tornsters gevraagd": tornen is frustrerend als er bij het naaien iets mis is gegaan, maar hoopvol als oude kleren na het tornen een nieuw leven wordt gegund. Deze post is een bewerking van het hoofdstuk 'Toveren met naald en draad' uit het boek Tot op de draad.