Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Mieke Albers, restaurator textiel van het Rijksmuseum, krijgt veel zeer oude kledingstukken in haar handen. Vaak moeten deze objecten worden gerestaureerd of geconserveerd voor de toekomst. Voorafgaand aan de restauratie wordt er onderzoek naar het betreffende kledingstuk gedaan. Albers zoomt in tot de kleinste details van het wambuis en deelt haar kennis met Modemuze.
Deze wambuis uit de collectie van het Rijksmuseum Amsterdam is gemaakt van een zogenaamde zwarte saaijen stof, geweven in een platbinding. Saaij is een wollen stof die wordt gemaakt van Saaijet of Sajet, een getwijnd wollen garen.
In 1996 werd na wetenschappelijk onderzoek vastgesteld dat het garen dat gebruikt werd voor het weven van de stof vooraf werd geverfd. Deze techniek werd toegepast voor de betere kwaliteit wol.
Omdat het wambuis erg verwant is aan de traditionele vorm van de snit van de streekdracht uit Marken, heeft men lang aangenomen dat het wambuis einde 18e eeuw, of zelfs negentiende eeuw gedateerd kon worden. Dankzij nieuw onderzoek is deze datering echter bijgesteld.
Met behulp van verbeterde kleurstofanalyses werd in 2015 aangetoond dat de zwarte kleur van de gebruikte wol in het wambuis werd verkregen door deze te verven met een mengsel van indigo, meekrab en sumak. Bekend is dat dit mengsel alleen tussen 1653 en 1672 werd toegepast.
Het zijden garen dat werd gebruikt voor de naadverbindingen, knoopsgaten en knopen is geverfd met galappel.
Het wambuis heeft een rugpand zonder midden achternaad en twee voorpanden die onder het armsgat doorlopen en gesloten worden met veertig knopen en knoopsgaten. De schouders worden verbreed door twee bragoenen, schouderkleppen.
De schoot is aangeknipt en wordt doormiddel van drie driehoekige tussenzetsels verwijd. De mouwen hebben zowel aan de voor- als aan de achterzijde een naad. De mouwnaad aan de achterzijde eindigt in een split die gesloten wordt door knoop en knoopsgaten. De mouw is in vorm van de arm geknipt. Verder heeft het wambuis een kleine opstaande boord.
De voering bestaat deels uit wol en deels uit linnen, beiden geweven in een platbinding. Om de linnen voering passend te maken zijn verschillende stukjes stof gebruikt, wat wel gebruikelijk was in deze tijd. De wollen voering is zonder toeslagen voor zomen en naden aan de binnenkant van wambuis vastgezet. De linnen voering van de mouwen is daarentegen wel afgewerkt met inslagen.
De naden werden vanaf de binnenkant met een linnen garen gemaakt. Hiervoor werd een overhandse steek gebruikt en is er bovendien in lagen gewerkt.
Bij de inzet van de mouwen zijn eerst de buitenstof en de voering van de afzonderlijke patroondelen aan elkaar bevestigd, om vervolgens de gevoerde patroondelen te sluiten.
Voor de naden van de ingezette driehoeken van de schoot en de naden aan de voorzijde van de mouwen, is met een zwarte zijden draad een siersteek gemaakt.
De steek die voor deze naad is gebruikt is een van de vele varianten van de flanelsteek. Het garen is zeer bros en voor een groot deel versleten, waardoor niet goed is vast te stellen of hier een dicht op elkaar gewerkte flanelsteek is gebruikt, of dat er sprake is van een variant van deze steek, waarbij de flanelsteek als basissteek dient en er ter versiering nog een draad doorheen is gewerkt: omgeslingerde flanelsteek. In het Engels zou deze variant the threaded herringbonestitch genoemd worden.
Ter versiering van de bragoenen zijn op regelmatige afstanden drie trenzen boven elkaar gemaakt. De trens is gemaakt door twee zijden draden die naast elkaar liggen met elkaar te verbinden met een stopsteek, ook wel het platte lommertje of point de reprise genoemd.
De knoopsgaten zijn met eenzelfde zijden draad gefestonneerd en aan de middenvoorzijde afgewerkt met een trensje.
De knopen van de wambuis hebben een houten kern waarover heen een zijden draad is gewerkt in een combinatie van span, vlecht en cordonsteken.
Deze wambuis was te zien in de tentoonstelling Zwart. Meesterlijk zwart in mode & kostuum (Momu, Antwerpen 2010) en is opgenomen in het collectieboek kostuum van het Rijksmuseum: B.M. Du Mortier e.a., Mode &Kostuum, Amsterdam 2016.
Voor meer (kostuum historische) informatie lees: B.M. Du Mortier e.a., Mode &Kostuum, Amsterdam 2016.
Vul deze informatie aan of geef een reactie
rest voor mij de vraag of het (waarschijnlijk) door een man of door een vrouw gedragen is halverwege de 17e eeuw....?
zie prent Pieter van den Berge, De winter 1695-1697
Rijksmuseum inv. nr. RP-P-1890-A-15891
ah, leuk, dank je wel!
Voor alle lezers; het gaat om deze prent:
https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-1890-A-15891