Het is weer Halloween, tijd voor verkleedkostuums voor jong en oud! Waar komt deze traditie vandaan?
Halloween is een circa 2000 jaar oud gebruik, dat terug gaat naar een ‘heidense’ Keltische traditie uit Engeland en Ierland, waarmee het einde van de zomer en het begin van de ‘donkere tijd’ werd gemarkeerd. Zo werd 31 oktober de dag van ‘All Hallows Eve’ (: Allerheiligenavond, later ‘Halloween’ genoemd) de avond vóór ‘All Saints Day’ (: Allerheiligen) op 1 november; en men geloofde dat dit de avond was waarop de geesten van de doden zich lieten zien. Om hen gunstig te stemmen, kon je de geesten ‘treats’ geven, zodat ze geen ‘tricks’ met jou uithaalden. Of je verkleedde jezelf als een geest of spook, om de geesten te laten geloven dat je één van hen was en ze je met rust zouden laten. Het christendom adopteerde deze Halloween traditie in de 11de eeuw en eeuwenlang bleef men zich deze avond spookachtig verkleden. De Ierse en Engelse immigranten namen de Halloweentraditie vanaf de 18de eeuw mee naar Amerika, waar deze vervolgens inburgerde.
Tot in de eerste helft van de 20ste eeuw gold dat een goed Halloweenkostuum vooral eng en spookachtig moest zijn en altijd werd gedragen met een masker. Ná de Tweede Wereldoorlog veranderde dit met de opkomst van de populaire cultuur. Toen werden vooral ‘pop culture’ figuren populair, zoals Popeye of Mickey Mouse; vanaf de jaren 1960 werd het Halloweenkostuum bij voorkeur zonder masker gedragen. De traditie dreef steeds meer af van het thema geesten en dood, Halloween werd een gezellig familiefeest. De verkleedkostuums werden steeds vrolijker (en commerciëler), zoals kostuums van bekende superhelden; later zou er ook een ‘horror’ variant ontstaan. De afgelopen decennia zijn Halloweenskostuums vooral sexy en campy en verbeelden zij vooral de persoonlijke fantasie van de drager.
Nederland kent pas relatief kort de Halloweentraditie. Maar verkleedfeesten, zoals carnaval, studentenmaskerades of gekostumeerde bals zijn ook in Nederland altijd zeer geliefd geweest. Men vond het heerlijk om op een bal masqué even niet jezelf te zijn en bovendien onherkenbaar. In de modebladen vond je schitterende voorbeelden van aantrekkelijke maskeradekostuums, die vaak zeer kostbaar waren bovendien. Wie lui was, koos voor een zogenaamde ‘domino-kostuum’. Dat was een lange mantel met knoopsluiting aan de voorzijde en capuchon en masker. Vooral mannen met een hardgrondige hekel aan verkleden vonden dit een prima oplossing. Je trok de domino zo over je avondkleding aan. Op de tentoonstelling Mode in Kleur in het Kunstmuseum Den Haag is een hip paars domino-kostuum uit de jaren 1920 te zien. Bedoeld voor een feestje, maar het had ook niet misstaan voor Halloween!
Paars was eeuwenlang een koninklijke kleur, geverfd met kostbare pigmenten. In de late negentiende eeuw werd paars ook een ‘artistieke’ kleur, favoriet in kunstzinnige kringen van de arts-and-crafts-beweging en de clientèle van warenhuis Liberty’s. Het was ook een favoriete kleur van de couturier Paul Poiret, die aan de start van zijn carrière bij modehuis Worth bijna ontslagen werd, omdat hij het waagde - in de belle époquetijd, vol roze en kant – een abstracte kimono-vormige avondmantel te ontwerpen. Kort hierna opende Poiret in 1903 zijn eigen couturehuis, waar deze avondmantel met de naam ‘Confucius’ in een artistieke dieppaarse-bordeauxrode kleur een instant hit werd. Poiret zelf was ook dol op verkleedfeesten, waarbij hij genoot van het scheppen van een compleet andere, vaak Oosters geïnspireerde wereld. Maar hij verkleedde zich ook wel eens compleet anders, zoals hier in een spooky skeletkostuum. Klaar voor Halloween?
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie