In de 19de eeuw zorgde de industriële revolutie voor een stroom van nieuwe technieken én nieuwe materialen. Eeuwenlang was de productie van tassen en buidels in handen van ambachtslieden en handige amateurs. Tijdens de industriële revolutie namen machines steeds meer werk van de ambachtsman over. In dezelfde periode zien we de opkomst van nieuwe materialen in tassen, zoals ijzer en geslepen staal. Later kwamen daar nog kunststof en kunstleer bij.
De ontwikkelingen in de industrialisatie maakten het mogelijk om van ongebruikelijke materialen tassen in andere vormen te maken. Bijvoorbeeld een tas van papier-maché in de vorm van een Griekse vaas, met een beugel van geslepen staal. Papier-maché is gestampt papier, vermengd met krijt of klei. Het werd gebruikt voor kleine accessoires, zoals snuifdozen, in de 18de eeuw.
Begin 19de eeuw werd het mogelijk om papier-maché in mallen grootschaliger te produceren. Er werden zelfs stoelen en plafonds van papier-maché gemaakt. Verschillende bedrijven begonnen ook met het maken van mallen voor tassen. Vazen of schelpen waren de meest voorkomende vormen.
Een andere innovatie qua materiaal was het gebruik van geslepen staal. Staal kende men sinds de middeleeuwen, maar in de 19de eeuw werd het populair voor sieraden en modeaccessoires. Het bleef tot begin 20ste eeuw in de mode. Vooral tassen van stalen kralen waren geliefd, maar het staal werd ook veel toegepast als sluiting of als versiering. Een ander nieuw materiaal was ‘Fer de Berlin’: sierlijk ijzerwerk dat zijn naam dankt aan de metaalgieterijen in Berlijn.
In de Verenigde Staten domineerden de early plastic-tassen vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw meer dan tien jaar lang het modebeeld. Deze tassen, ten onrechte early plastic-tassen genoemd, zijn doosvormig en gemaakt van een harde kunststof: lucite. Doorzichtig als glas, van perspex of plexiglas, of in felle kleuren, versierd met strass-stenen, waren het in eerste instantie dure tassen. De bekendste maker was Will Hardy, wiens doel het was om een onverwoestbare handtas te maken.
Al snel waren ze zo populair, dat goedkopere uitvoeringen van mindere kwaliteit overal te koop waren. Met de komst van zachtere kunststoffen als vinyl verloren de tassen van zwaar, hard plastic hun populariteit.
Dit ongewone model tas stamt van voor de uitvinding van mobiele telefoons. Compleet met snoer is een hele telefoon in de tas geïntegreerd. Zo kon je altijd bellen als je op stap ging. De telefoon werkt nog steeds. Je kon zelf niet gebeld worden, maar wel met een uitgaande lijn bellen. De kosten waren ook voor de rekening van degene bij wie je het snoer inplugde.
De ontdekking van nieuwe materialen en hun gebruik in de mode leidde tot een kantelpunt in onze kledinggeschiedenis. Bekende materialen konden op innovatieve manieren worden verwerkt en de eerste imitatiematerialen verkregen op den duur ook een eigen status.
Het experimenteren met ‘nieuwigheden’ ligt aan de basis van ons altijd veranderende modebeeld, maar ook binnen meer traditie-georiënteerde kledingstijlen, zoals onze Nederlandse streekdrachten, werden de nieuwe materialen gebruikt. Lees hierover meer in Rouwsieraden van kunststof en zwart ijzer.
Van 18 mei tot en met 2 september zijn deze tassen te zien in de tentoonstelling Modemuze@OBA: Innovation. Voor de tentoonstelling selecteerden 15 musea en 4 verzamelaars innovaties uit de modegeschiedenis.
Klik hier voor alle verhalen over innovatie uit de tentoonstelling, of bekijk de aankomende Meet Ups en Masterclasses in de agenda.
Mieke Albers, over o.a. de invloed van de Industriële Revolutie op de productie van haarkammen.
Judith van Amelsvoort, over de invloed van de Industriële Revolutie op de ontwikkeling van de crinoline.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie